Schizofrenie - symptomen
A. Stoornissen in het denken
- wanen
met name met een vreemde, magische, mysterieuze of bizarre inhoud; de waan van buitenaf bestuurd te worden, wanen m.b.t. inbrenging, overbrenging of onttrekking van gedachten en paranoïde wanen - incoherentie
verwarde en bizarre gedachtegang - magisch denken
overtuiging dat gedachten, woorden of handelingen een gebeurtenis kunnen voorkomen of juist doen plaatsvinden - neologismen
maken van nieuwe, niet bestaande woorden, vaak uit brokstukken van bestaan woorden - Versperring
plotseling onderbreken van de gedachtestroom of soms van alle psychische activiteit - echolalie
naspreken, antwoorden met veel woorden uit een vraag - mutisme
geremde spraak, korte antwoorden - autisme
levend in eigen denkwereld, in eigen besloten ontoegankelijke en onbegrijpelijke wereld - neurocognitieve stoornissen
stoornis in sociale cognitie
moeite met begrijpen intenties van anderen
problemen met het werkgeheugen
moeite informatie actief te houden en toe te passen
B. Stoornissen in de waarneming
- gehoorshallucinaties (akoestische hallucinaties)
komen het meeste voor, met name is karakteristiek het horen van twee of meer stemmen die met elkaar praten over de patiënt, die tegen de patiënt praat en commentaar levert op wat hij doet, denkt of voelt, bedreigende of obscene stemmen en horen van de eigen gedachten - gezichtshallucinaties (visuele hallucinaties)
komen minder vaak voor - somatische hallucinaties (hallucinaties)
met name sensatie van veranderde toestand van inwendige organen (bijv. brandende sensatie in hersenen) - reuk-, gevoels- en smaak hallucinaties
komen weinig voor
C. Stoornissen in het gevoel
- afgestompt en vlak
- verminderde of verdwenen emotionele respons
- anhedonie = onvermogen om nog plezier te beleven
- hypesthesie
- emotionele leegte
- inadequaat
- oninvoelbaar
D. Stoornissen in psychomotoriek
- rigiditeit
- mutisme
- stupor (bewegingsloosheid)
- katalepsie (spierverstijving, langdurig wordt zelfde houding aangenomen)
- wasachtige flexibiliteit
- staren
- hyperactiviteit
- perseveratie
- verbigeratie
- maniërisme (vreemde, ongewone karakteristieke manier van bewegen)
- stereotypie (eindeloos weerkerende en telkens in dezelfde volgorde uitgevoerde handelingen)
- echopraxie (imitatie van bewegingen)
- grimasseren
- negativisme
- automatisch gehoorzamen
- mitgehen
- motorische oppositie ("gegenhalten")
- ambitendentie
E. Stemming
Depressieve symptomen worden frequent beschreven bij schizofrene patiënten (tot 80%), zowel voor, tijdens als na een acute episode.