Hulpgids

De gids voor de geestelijke gezondheidszorg

PTSS - behandeling

Uit wetenschappelijk onderzoek blijkt dat van alle mensen met zo’n traumatische ervaring 85 procent op een natuurlijke manier herstelt. Helaas wordt vaak te snel ingezet  op een behandeling. De eerste vier weken na een psychotrauma zijn bedoeld om iemand professioneel te volgen en te begeleiden en niet om te behandelen. Gemiddeld vertoont slechts 15 procent na die weken geen of onvoldoende tekenen van herstel. 

Psychologische interventies

Traumagerichte psychotherapie is de eerste keus bij de benadeling van PTSS. De International Society for Traumatic Stress Studies (ISTSS) heeft verschillende behandelingen beoordeeld aan de hand van zeven criteria. De beoordeling loopt van A (bewijs is gebaseerd op gerandomiseerd, goed gecontroleerd onderzoek bij individuen met PTSS) tot F (bewijs is gebaseerd op recent ontwikkelde behandelvormen die niet zijn onderworpen aan klinische of wetenschappelijk toetsing). Volgens de richtlijnen van de ISTSS zijn momenteel cognitieve gedragstherapie (CGT) met name imaginaire exposure (A beoordeling) en EMDR (A/B beoordeling) eerste keus bij de behandeling van PTSS. Maar ook narratieve (exposure-)(psycho)therapie (NET) en de in Nederland ontwikkelde Korte Eclectische Psychotherapie hebben een grotere invloed op het verminderen van symptomen van PTSS dan medicatie alleen. CGT bij PTSS is gericht op de identificatie en bijstelling van disfunctionele opvattingen met betrekking tot zichzelf als persoon, anderen, de wereld en het trauma. Hierbij wordt onder andere gebruik gemaakt van (de) "Socratische dialoog" en gedragsexperimenten. In sommige vormen van GCT wordt daaraan overigens schrijfopdrachten en imaginaire procedures toegevoegd. Tijdens deze onderdelen vindt dikwijls impliciet of expliciet exposure (blootstelling) plaats aan de herinneringen aan de schokkende gebeurtenis(sen).

Medicatie

  • Er is weinig bewijs voor de effectiviteit van farmacotherapie, het kan zinvol zijn bij symptomen zoals nachtmerries, prikkelbaarheid, slaapproblemen en concentratieproblemen. Soms is het mogelijk een acute stressreactie te voorkomen of verergering te verminderen in de eerste zes uur na een trauma omdat dit de periode is waarin de kans het grootst lijkt dat succesvol ingegrepen kan worden in de opslag van de traumatische herinnering (Vermetten, 2014). Verschillende medicijnen ziijn onderzocht maar medicatie wordt (ook) nog niet geadviseerd in deze periode (Vermetten, 2017).
  • Antidepressiva
    SSRI's zijn in de medicamenteuze behandeling eerste keus in de Multidisciplinaire Richtlijn (MDR). In diverse onderzoeken is de effectiviteit van fluoxetine, sertraline, paroxetine en fluvoxamine bij PTSS aangetoond. In de richtlijnen van de National Institute for Cilinical Excellence (NICE,2005) is er maar zeer beperkt plaats voor antidepressiva bij de behandeling van PTSS. Hoewel paroxetine en sertraline in de VS geregistreerd zijn voor de behandeling van PTSS, blijkt uit de richtlijnen van NICE dat voor paroxetine geen beslissend bewijs is voor een signifiant verschil in effect ten opzichte van placebo en dat voor sertraline het onwaarschijnlijk is dat het een signifiant verschil in effect heeft ten opzichte van placebo. Mirtazapine heeft wel een signifiant verschil in effect in vergelijking met placebo (mogelijk door het blokkeren van 5HT-2 receptoren is er een gunstig effect op nachtmerries). 
  • Anticonvulsiva
    Topiramaat en lamotrigine hebben geen plek in de MDR. Topiramaat wordt in de richtlijn voor PTSS van de American Psychiatric Association genoemd als een middel dat mogelijk gebruikt kan worden voor de behandeling van de kernsymptomen: nachtmerries en herbelevingen en heeft een bescheiden effect bij hyperarousal. De dosering moet individueel bepaald worden en varieërt van 25 tot tweemaal daags 125 mg. Topiramaat lijkt voor de kernsymptomen effectiever te zijn dan een behandeling met ssri’s, en de effecten zijn ook veel sneller merkbaar (Aalbersberg, 2006). Topiramaat is geen eerstekeusmiddel maar heeft een indicatie bij patiënten die niet in aanmerking komen voor een SSRI of die geen effect laten zien op een SSRI. Topiramaat kan ook goed gebruikt worden als additie bij een SSRI of bij het terugdringen van alcoholabusus bij mensen met een geschiedenis van misbruik.
  • Antipsychotica
    De (atypische) antipsychotica zijn bij kleine patiëntengroepen met PTSS onderzocht en effectief gebleken. Het advies in de MDR is dat ze kunnen worden ingezet, als monotherapie of augmentatietherapie, bij combat gerelateerde PTSS met symptomen van hyperarousal, of wanneer intrusie op de voorgrond staat, wanneer eerdere behandeling met een antidepressivum onvoldoende effectief gebleken is. Vermetten raadt in een overzichtsartkel monotherapie met een (nieuw) antipsychoticum af en vindt ook geen bewijs voor additie aan een SSRI (Vermetten, 2017).
  • Overige
    Prazosine en alfuzosine (alfablokkers) zijn effectief bij de behandeling nachtmerries door een blokkade van noradrenaline (Vermetten, 2017). In de klinische praktijk zijn er positieve ervaringen met betablokkers voor het verminderen van palpitaties en onrust bij PTSS.
  • Benzodiazepinen
    Deze medicijnen worden niet aanbevolen bij de behandeling van PTSS.

 

Literatuur

 

 

 

 

 

Hulpgids nieuwsbrief

Praktijk aanmelden

Ook uw praktijk geplaatst op de Hulpgids? U kunt zich aanmelden door het inschrijfformulier in te vullen en daarna op de knop "versturen" te klikken. Uw gegevens worden binnen 5 werkdagen na ontvangst kosteloos door Hulpgids.nl verwerkt en gepubliceerd. inschrijven ›