Hulpgids

De gids voor de geestelijke gezondheidszorg

Anorexia - DSM-5

DSM-5 criteria

307.1
A. Het beperken van de energie-inname ten opzichte van de energiebehoefte, resulterend in een significant te laag lichaamsgewicht voor de leeftijd, de sekse. de groeicurve en de lichamelijke gezondheid. Een significant te laag gewicht wordt gedefinieerd als een gewicht dat lager is dan het minimale normale gewicht of, bij kinderen en adolescenten, een lager gewicht dan wat minimaal wordt verwacht.
B. Een intense vrees om aan te komen of dik te worden, of persisterend gedrag dat gewichtstoename verhindert, zelfs al heeft betrokkene een significant te laag gewicht.
C. Een stoornis in de manier waarop de betrokkene zijn of haar lichaamsgewicht of lichaamsvorm ervaart, een onevenredig grote invloed van het lichaamsgewicht of lichaamsvorm op het oordeel over zichzelf of persisteren om het niet onderkennen van de ernst van het actuele lage lichaamsgewicht.

Subtypes DSM-5

  1. Restrictieve type
    Gedurende de afgelopen drie maanden is de betrokkene niet gedurende recidiverende episoden bezig geweest met eetbuien of purgeergedrag (zelf opgewekt braken of misbruik van laxantia, diuretica of klysma's). Dit subype is beperkt tot klinische beelden waarbij het gewichtsverlies voornamelijk tot stand komt door dieet houden, vasten en/of overmatige lichaamsbeweging.
  2. Eetbuien / purgerend type 
    Gedurende de afgelopen drie maanden is de betrokkene gedurende recidiverende episoden bezig geweest met eetbuien of purgeergedrag (zelf opgewekt braken of misbruik van laxantia, diuretica of klysma's). 

Purgerend gedrag (Purgo = zuiveren in het Latijn)

  • Braken
    Braken wordt meestal opgewekt door een vinger in de keel te steken, maar kan op den duur al "spontaan" optreden. Soms worden giftige stoffen gebruikt om het braken op te wekken zoals: schoonmaakmiddelen, shampoo, acetylsalicylzuur (aspirine) of paracetamol. Sommige patiënten braken meer dan 15 maal per dag. Braken is weinig effectief om gewichtsdaling te bewerkstelligen, ook indien meteen na een vreetbui wordt gebraakt is het meeste voedsel de maag al gepasseerd.
  • Laxeren
    Als methode om af te vallen is het gebruik van laxantia ineffectief: de meeste voeding wordt opgenomen in de dunne darm, terwijl laxantia aangrijpen op de dikke darm.
  • Diuretica (plaspillen)
    Ongeveer eenderde van de patiënten met eetstoornissen heeft wel eens diuretica gebruikt. Chronisch misbruik komt minder voor, waarschijnlijk door de bijwerkingen en het ontbreken van een belangrijk effect op het gewicht.
  • Andere middelen
    Voorbeelden van andere middelen die misbruikt worden zijn "dieetpillen", eetlustremmers en specifiek in Nederland het eten van grote hoeveelheden drop, hetgeen laxerend werkt.

 

Specificeer indien

  • Gedeeltelijk in remissie
  • Volledig in remissie

Specificeer actuele ernst

  • Licht BMI ≥ 17 kg/m2
  • Matig BMI 16-16.99 kg/m2
  • Ernstig BMI 15-15.99 kg/m2
  • Zeer ernstig < 15 kg/m2



Bron
DSM-5 - Nederlandse vertaling
American Psychiatric Association
Uitgeverij Boom (2014)

Praktijk uitgelicht

Praktijk inschrijven

Ook uw praktijk geplaatst op de Hulpgids? U kunt zich aanmelden door het inschrijfformulier in te vullen en daarna op de knop "versturen" te klikken. Uw gegevens worden binnen 5 werkdagen na ontvangst kosteloos door Hulpgids.nl verwerkt en gepubliceerd. inschrijven ›