Barnes akathisia rating scale
De 'Barnes akathisia rating scale' kan zowel gebruikt worden om de diagnose te stellen als de ernst van de acathisie te bepalen. De schaal onderscheidt subjectieve en objectieve symptomen van acathisie.
Instructie
De patiënten worden geobserveerd, terwijl zij zitten en vervolgens staan en een informeel gesprek voeren (minimaal 2 minuten in zowel zittende als staande positie). Symptomen die geobserveerd worden in andere situaties, bijvoorbeeld als zij deelnemen aan activiteiten op de afdeling, mogen ook gescoord worden. Tevens dient gericht naar subjectieve verschijnselen te worden gevraagd
Objectieve symptomen
0 = normaal: nu en dan onrustige bewegingen van de ledematen.
1 = aanwezigheid van karakteristieke rusteloze bewegingen: schuifelende of trappende bewegingen van de benen/voeten of zwaaien met een been tijdens het zitten en/of wiebelen van de ene naar de andere voet of 'lopen op de plaats' gedurende het staan, maar de bewegingen zijn minder dan de helft van de observatietijd aanwezig.
2 = aanwezigheid van karakteristieke rusteloze bewegingen als beschreven bij 1 voor tenminste de helft van de observatietijd.
3 = de patiënt maakt gedurende de observatie continu de karakteristieke rusteloze bewegingen en/of de patiënt is niet in staat om te blijven zitten of te blijven staan zonder te lopen.
Subjectieve symptomen
0 = afwezigheid van innerlijke rusteloosheid.
1 = niet-specifieke innerlijke rusteloosheid.
2 = de patiënt is zich ervan bewust de benen niet stil te kunnen houden of een drang te hebben de benen te bewegen en/of heeft klachten over innerlijke rusteloosheid die specifiek verergert bij het stil moeten staan.
3 = de patiënt is zich bewust van een intense drang de meeste tijd te bewegen en/of verklaart een sterke drang te hebben om de meeste tijd te lopen of te stappen.
Last ten gevolge van de rusteloosheid
0 = geen
1 = weinig
2 = matig
3 = ernstig
Globale klinische inschaling van acathisie
0 = afwezig: geen bewijs voor het zich bewust zijn van de rusteloosheid; er zijn wel karakteristieke acathisiebewegingen, maar het subjectieve gevoel van innerlijke onrust of de dwangmatige behoefte om de benen te bewegen ontbreekt. Deze toestand wordt geclassificeerd als pseudo-acathisie.
1 = twijfelachtig: niet-specifieke innerlijke spanning en onrustige bewegingen.
2 = lichte acathisie: de patiënt ervaart rusteloosheid in de benen en/of innerlijke onrust, die verergert bij het stil moeten staan; onrustige bewegingen zijn wel aanwezig, maar passen niet noodzakelijk bij acathisie; de toestand geeft weinig tot geen last.
3= matige acathisie: de patiënt ervaart rusteloosheid zoals beschreven bij lichte acathisie, gecombineerd met karakteristieke rusteloze bewegingen, zoals van de ene op de andere voet stappen tijdens het staan; patiënt heeft last van deze toestand.
4 = duidelijke acathisie: subjectief gevoel van rusteloosheid en een dwangmatig lopen of stappen; de patiënt kan echter korte perioden, tenminste 5 minuten, blijven zitten; de patiënt heeft duidelijk last van deze toestand.
5 = ernstige acathisie: de patiënt meldt een sterke drang om de meeste tijd op en neer te lopen en is niet in staat om langer dan enkele minuten te zitten of te liggen; de patiënt ervaart continu rusteloosheid, die ernstige last veroorzaakt en gepaard gaat met slapeloosheid.