Hulpgids

De gids voor de geestelijke gezondheidszorg

Acathisie

Inleiding

Acathisie (Grieks kathisis = het zitten) is een onvermogen enige tijd eenzelfde (zittende of liggende) houding te handhaven: een onvrijwillige, continue motorische onrust. Acathisie werd voor het eerst beschreven door Haskovec in 1903 als een 'hysterische aandoening, gekarakteriseerd door een ritmische chorea waardoor de patiënt niet stil kan blijven zitten'.

Kenmerken

Het centrale (subjectieve) symptoom is een innerlijke rusteloosheid, vaak gelokaliseerd in de benen. Deze onrust wordt vaak beschreven als: "ik voel me onrustig"; "ik voel me gespannen"; "ik kan niet stil zitten". Het gevolg van deze onrust zijn de bewegingen (de objectieve symptomen): het onvermogen om stil te zitten of de benen stil te houden. In zittende houding uit zich dat onder meer in telkens het ene been over het andere slaan, met het ene been over het andere geslagen telkens het gekruiste been bewegen, wiebelen van de benen of trappelen met de voeten en buigen en strekken van de voet. In staande houding uit het zich onder meer in lopen op de plaats, telkens verplaatsen van het gewicht van het ene naar het andere been, of, in een lichtere vorm, afwisselend aanspannen van de kuitspieren. Indien men de patiënt verbiedt de handeling te verrichten, neemt de innerlijke onrust toe. In ernstige gevallen kan deze bewegingsonrust leiden tot slaapstoornissen. De ernst kan gedurende de dag wisselen.

 

DSM-5 criteria

333.99

Subjectieve klachten over rusteloosheid vaak gepaard gaand met geobserveerde excessieve bewegingen van de benen die ontstaan binnen een paar weken na het starten met of verhogen van de dosering van een geneesmiddel of na het verlagen van de dosis van een geneesmiddel dat is voorgeschreven voor de behandeling van extrapiramidale symptomen. 

Latentietijd

Acute acathisie begint meestal binnen 2 weken na het starten of verhogen van de dosis antipsychotica, maar regelmatig al na enkele uren tot dagen na de start van de medicatie. Akathisie treedt in de meeste gevallen op na de eerste dosis van het geneesmiddel of na een flinke dosisverhoging. Een snelle verhoging van de dosis en een hoge dosis (dosisafhankelijkheid) geven een grotere kans op deze bijwerking, evenals een snelle onttrekking.

Ernst

  • Mild: subjectief gevoel van onrust dat gepaard kan gaan met rusteloze houdingsveranderingen.
  • Matig: patiënt geeft er de voorkeur aan om te staan of rond te lopen.
  • Ernstig: patiënt kan ook niet slechts kortdurend stil kan blijven zitten; loopt vrijwel voortdurend rond, zogenaamde tasikinesie.

 

Bijkomende symptomen

  • Affect
    Soms gaat de acathisie gepaard met heftige gevoelens van angst, boosheid, woede en zelfs agressie.
  • Stemming
    Dysforie en suïcidaal gedrag komen incidenteel voor in het kader van acathisie.
  • Motoriek
    Bij matig ernstige en bij ernstige acathisie is er soms een rusttremor en in liggende houding zijn er soms myoklonieën (plotselinge, rukachtige spiersamentrekkingen) van de benen of voeten. Tremoren behoren niet tot de verschijnselen van acathisie, maar meestal bij een tevens aanwezig parkinsonisme. Van myoklonieën is het onduidelijk of deze bij ernstige acathisie horen of dat ze aparte fenomenen zijn.

 

Beoordelingsschaal

Klik hier voor de Barnes akathisia rating scale.

 

Medicatie die acathisie kan veroorzaken

  • Antipsychotica: vooral fenothiazines (zoals chloorpromazine) en butyrofenonen (zoals haloperidol)
  • Anti-emetica (antibraakmiddelen): metoclopramide
  • Antidepressiva: vooral SSRI's
  • Anti-epileptica
  • Lithium
  • Overige: sumatriptan, methysergide, diltiazem, flunarizine, cinnarizine

 

Vóórkomen

  • Klassieke antipsychotica
    Een conservatieve schatting van de gemiddelde prevalentie van acathisie veroorzaakt door normale doseringen klassieke antipsychotica is 20-30%. 
  • Atypische antipsychotica
    De atypische antipsychotica, clozapine, olanzapine en quetiapine, lijken in vergelijkend onderzoek minder acathisie teweeg te brengen. In twee studies was de kans op acathisie bij gebruik van risperidon vergelijkbaar met die kans bij gebruik van haloperidol. Bij clozapine is de prevalentie ongeveer 10%.

 

Behandeling

  • Ander antipsychoticum: atypische antipsychotica, lijken in vergelijkend onderzoek minder acathisie teweeg te brengen.
  • Aanpassen dosis: lage dosering antipsychoticum geeft minder kans op acathisie.
  • lipofiele ß -blokkers: propranolol 30 - 120 mg per dag, verdeeld over 2 - 3 giften. Relatieve contra-indicaties zijn astma en cardiale problemen.
  • Anticholinergicum: biperideen 2 - 6 mg per dag  (voorkeur als ook parkinsonisme aanwezig is). 
  • Mirtazapine 15 mg 
  • Overig: hoge doseringen vitamine B6, cyproheptadine en mianserine.


Differentiële diagnostiek

Psychotische agitatie, restless legs-syndroom, pijnlijke neuropathieën, (nachtelijke) myoclonieën, tardieve dyskinesie, tardieve acathisie, stereotypieën en drugsmisbruik.

Literatuur acathisie

 

Praktijk uitgelicht

Praktijk inschrijven

Ook uw praktijk geplaatst op de Hulpgids? U kunt zich aanmelden door het inschrijfformulier in te vullen en daarna op de knop "versturen" te klikken. Uw gegevens worden binnen 5 werkdagen na ontvangst kosteloos door Hulpgids.nl verwerkt en gepubliceerd. inschrijven ›