Waanstoornis
DSM-5 criteria
297.1
Diagnose Waanstoornis volgens DSM-5
- A. De aanwezigheid van een (of meer) wanen, met een duur van één maand of langer.
- B. Aan criterium A voor schizofrenie is nooit voldaan. Hallucinaties, indien aanwezig, zijn niet prominent aanwezig en hangen samen met het waanthema.
- C. Afgezien van de invloed van de waan (wanen) of de consequentie daarvan is het functioneren niet duidelijk beperkt en is het gedrag niet onmiskenbaar bizar of vreemd.
- D. Als er manische of depressieve episodes zijn opgetreden, zijn die vergeleken met de duur van de waanperioden relatief kortdurende geweest.
- E. De stoornis kan niet worden toegeschreven aan de fysiologische effecten van een middel of een somatische aandoening en kan niet beter worden verklaard door een andere psychische stoornis.
Types (op basis van het belangrijkste waanthema)
- Erotomane type: waan dat iemand verliefd is op de patiënt.
- Grootheidstype: overtuiging één of ander groot talent te bezitten of een belangrijke ontdekking gedaan te hebben.
- Jaloerse type: waan dat een partner of minnaar ontrouw is.
- Achtervolgingstype: waan dat er tegen hem/haar wordt samengezworen, bespioneerd, belasterd of getreiterd wordt.
- Somatische type
- Gemengde type
- Ongespecificeerde type
Literatuur
DSM-5 - Nederlandse vertaling
American Psychiatric Association
Uitgeverij Boom