Passief-agressieve persoonlijkheid
De passief-agressieve persoonlijkheid heeft geen officiële status in de psychiatrie, maar wordt gekenmerkt door passief-agressief verzet tegen opdrachten en verplichtingen.
Kenmerken
- voortdurend aanwezig patroon van passief verzet tegen de eis sociaal en beroepsmatig goed te functioneren
- grillig gedrag, steeds anders willend, onnavolgbaar
- lage frustratietolerantie, gemakkelijk uit humeur, snel prikkelbaar, ongeduldig
- jaloers op anderen, schuldgevoel naar anderen
- onzeker over eigen competentie, gewoonlijk subassertief, niet direct in eigen wensen of behoeften, falen in stellen van de nodige vragen over wat van hem/haar verwacht wordt. boos wanneer men hem/haar probeert te forceren
- interpersoonlijke relaties gekenmerkt door passief en manipulatief gedrag
DSM II-R criteria
De passief-agressieve persoonlijkheid kwam voor in de oude versie van de DSM-5 criteria, de DSM III-R. De criteria zijn: een voortdurend aanwezig patroon van passief verzet tegen de eis sociaal en beroepsmatig goed te functioneren beginnend in vroege volwassenheid en tot uiting komend in diverse situaties zoals blijkt uit vijf (of meer) van de volgende:
- treuzelen, d.w.z. stelt dingen die gedaan moeten worden uit zodat tijdslimieten niet gehaald worden
- wordt koppig, prikkelbaar of maakt ruzie als wordt gevraagd iets te doen wat hij/zij niet wil doen
- lijkt met opzet langzaam te werken of slecht werk af te leveren bij opdrachten die hij/zij in feite niet wil doen
- protesteert, zonder gegronde redenen, ertegen dat anderen aan hem/haar onredelijke eisen stellen
- gaat verplichtingen uit de weg door te beweren het "vergeten" te hebben
- gelooft dat hij/zij het werk beter doet dan anderen denken dat hij/zij doet
- voelt zich beledigd door nuttige suggesties van anderen over de wijze waarop hij/zij meer productief zou kunnen zijn
- belemmert de inspanningen van anderen door na te laten zijn/haar deel van het werk te doen
- heeft op onredelijke wijze kritiek op of minachting voor gezaghebbende personen