Syndroom van Charles Bonnet
Het syndroom van Charles Bonnet (CBS) is genoemd naar een Zwitserse filosoof die in 1760 levendige, complexe visuele hallucinaties beschreef bij zijn geestelijk gezonde grootvader. Vroeger dacht men dat het een zeldzame aandoening was. In recente studies wordt de prevalentie (totaal aantal gevallen die er op een bepaald moment zijn) bij patiënten ouder dan 65 jaar, met een verminderde gezichtsscherpte (minder dan 30%) geschat op 10-15%. CBS komt niet alleen voor bij ouderen met een verminderde gezichtsscherpte, maar zij vormen wel de grootste groep.
Kenmerken
- Complexe visuele hallucinaties
Meestal stilstaande of bewegende beelden van mensen, dieren, planten, bloemen en landschappen. In één onderzoek onder 60 patiënten met CBS, bleek dat bij 46 (77%) de hallucinaties geen persoonlijke betekenis hadden. - Duur
De hallucinaties treden op variërend van enkele seconden tot uren en de patiënt kan dagen tot jaren last houden van de symptomen.
Diagnostische criteria
- Complexe visuele hallucinaties
- Intacte realiteitstoetsing: inzicht in irreële karakter van de hallucinaties: weten dat het niet echt is.
- Afwezigheid van hallucinaties van andere zintuigen
- Afwezigheid van wanen
Oorzaken
De precieze oorzaak is onbekend. Verondersteld wordt dat het een combinatie van factoren is, waaronder een vermindering van aanvoerende impulsen die leiden tot een spontane activiteit van het centrale visuele systeem.
Differentiaal diagnose
Psychose, dementie, delirium, epilepsie, migraine, rouwproces, (hallucinogene) drugs, extreme vermoeidheid en sensorische deprivatie. Voorts moet CBS ook worden onderscheiden van hypnagoge hallucinaties en een fotopsie (zien van lichtflitsen, sterretjes, vlekken of strepen, waarschijnlijk veroorzaakt door spontane ontladingen van lichtgevoelige cellen in het netvlies).
Auditieve variant
Informatie over de auditieve variant
Behandeling
Op dit moment bestaat er geen goede therapie. Van belang is de uitleg dat het geen ernstige (psychiatrische) aandoening betreft. Waar mogelijk kan het optimaliseren van het gezichtsvermogen (bijvoorbeeld een staaroperatie) klachten doen verminderen of zelfs doen verdwijnen. Antipsychotica, antidepressiva en anxiolytica zijn meestal ineffectief. Incidenteel hebben stemmingsstabilisatoren (carbamazepine, valproaat) en serotonineantagonisten (ondansetron, cisapride) effect.
Literatuur
- Teunisse RJ, Cruysberg JRM, Verbeek ALM, Zitman FG
The van Charles Bonnet Syndrome: a large prospective study in the Netherlands
Br J Psychiatry. 1995 (166): 254-257 - Schultz G, Melzak, R
The Charles Bonnet syndrome: Phantom visual images
Perception, 1991 (20): 809-825 - Teunisse RJ
Complexe visuele hallucinaties bij slechtziende ouderen: syndroom van Charles Bonnet
NTvG 2002 146 (2): 49-52 - Teunisse RJ, Cruysberg JR, Hoefnagels WH, Verbeek AL, Zitman F G
Visual hallucinations in psychologically normal people: Charles Bonnet's syndrome
Lancet 1996 (347): 794-797 - Fong SY, Wing YK
Charles Bonnet syndrome with major depression in a Chinese middle-aged man
Aust N Z J Psychiatry. 1997 (31) 769-771 - Teunisse RJ, Zitman FG
Het syndroom van Charles Bonnet. Een literatuurstudie naar geïsoleerde visuele hallucinaties.
Tijdschr Psychiatr. 1996 (40): 315-319 - Batra A, Bartels M, Wormstall H
Therapeutic options in the Charles Bonnet syndrome
Acta Psychiatr Scand. 1997 (96): 129-133