Hulpgids

De gids voor de geestelijke gezondheidszorg

Autismespectrumstoornissen - diagnostiek

Richtlijn Autismespectrumstoornissen bij volwassenen

  • Voorafgaand aan ieder diagnostisch onderzoek moet worden geïnventariseerd welke relevante psychosociale gegevens beschikbaar zijn uit de jeugd, van eerdere hulpverlening, uit het onderwijs, van het arbeidsverleden en overige bronnen.

  • Als eerste stap in het onderzoek moeten de klachten van de persoon in kwestie en observaties van de naaste omgeving worden uitgevraagd, zowel in de breedte (op verschillende leefgebieden) als in de diepte (concreet doorvragen naar het hoe en waarom).

  • Op grond van het literatuuronderzoek is er geen enkel instrument dat op grond van psychometrische data aangemerkt kan worden als een gouden standaard voor de diagnose ASS bij volwassenen. Van de onderzochte instrumenten is een aantal uit onderzoek 'relatief' betrouwbaar gebleken. Dat wil zeggen dat zij goede psychometrische kwaliteiten hebben, maar dat van geen enkel instrument alle psychometrische gegevens compleet zijn.

  • Er is onvoldoende evidentie om een specifiek instrument aan te bevelen.

  • Het is aan te bevelen om de beoordeling van de instrumenten beschreven in deze richtlijn, en de interpretatie van de uitkomsten, over te laten aan een ervaren professional die bekend is met en getraind is in de betreffende instrumenten.

  • Voor het stellen van een diagnose is het nodig om het huidige functioneren vanuit het perspectief van de patiënt en zo mogelijk vanuit het perspectief van een naastbetrokkene te inventariseren. Daarbij moet de context waarin iemand zich bevindt, altijd bij de inventarisatie betrokken worden. Er moet actief worden gezocht naar relevante informatie uit meerdere bronnen.

  • Daarnaast is het noodzakelijk voor het kunnen stellen van een diagnose dat een ASS ook blijkt uit de ontwikkelingsanamnese, bij voorkeur opgenomen door middel van een (semi-)gestructureerd interview. Als er geen betrouwbare ontwikkelingsanamnese mogelijk is - ondanks intensieve en creatieve pogingen daartoe - mag een diagnose niet louter om die reden onthouden worden, als er uit de rest van het onderzoek gegronde klinische overwegingen zijn aan te nemen dat er sprake is van ASS. In dit geval moet extra aandacht worden besteed aan de motivering in de beschrijvende diagnose.

  • Voor het verkrijgen en interpreteren van gegevens uit een ontwikkelingsanamnese is kennis van de normale ontwikkeling noodzakelijk. Bij mensen met een verstandelijke beperking dient de ontwikkelingsanamnese vergeleken te worden met de ontwikkeling van mensen met een vergelijkbare mentale leeftijd.

  • Naast de focus op de ASS dient in het onderzoek breed te worden gekeken naar eventuele bijkomende psychiatrische en somatische problematiek (comorbiditeit), alternatieve verklaringen (differentiële diagnose) en naar de zorgbehoeften op verschillende leefgebieden. Dat laatste is niet direct van belang voor een classificatie, maar wel relevant voor het volledig kunnen omschrijven van de situatie. Deze bevindingen dienen te worden gevat in een heldere en complete beschrijvende diagnose.

  • Om een kokervisie te voorkomen, wordt aanbevolen om een in het diagnostische proces standaard gebruik te maken van een goed gevalideerd instrument voor het signaleren van psychopathologie.

  • Tijdens de diagnostische fase moeten somatische factoren steeds in overweging worden genomen. Immers, bij mensen met een ASS spelen sensorische overgevoeligheid, motorische en darmproblematiek en allergieën vaak een rol zonder dat dit altijd spontaan wordt gerapporteerd, vaak omdat het vermogen om somatische symptomen te voelen, of die gevoelens te beschrijven, tekortschiet

 

Diagnostiek bij volwassenen

  1. (Hetero)anamese en ontwikkelingsanamnese
    • Rimland (hetero-anamnese)
    • NIDA (interview)
  2. Centrale Coherentie
    • WAIS (Wechsler Adult Intelligence Scale) Blokpatronen
    • Sociale Interpretatie Test (SIT) door Vijftigschild (1969)
    Complexe figuur van Rey
  3. Theory of mind 
    foto's van gelaatsuitdrukkingen
    • lees de ogen test
    • Sociale Interpretatie Test (SIT)
    Dewey's story test (8 verhalen)
    • Empathy Quotient (EQ-test, Baron-Cohen)
  4. Executieve functies 
    • Wisconsin CST (kaartjes op volgorde)
    • BADS dierentuintest (weg uitstippelen)
    • gerichte vragen over organisatietalent (hoe doet u dat als u op vakantie gaat, wat neemt u mee)
  5. Projectief materiaal: verbeelding
    • tekeningen (HTP, 3 bomen)
    • Wartegg (8 tekeningen maken)
    • projectieplaten
    • projectievragen
    Zin aanvul test (ZAT)
  6. Aanvullend onderzoek naar zintuiglijke en/of neuropsychologisch profiel (geheugen, intelligentie, flexibiliteit en planning). 

Hulpgids nieuwsbrief

Praktijk aanmelden

Ook uw praktijk geplaatst op de Hulpgids? U kunt zich aanmelden door het inschrijfformulier in te vullen en daarna op de knop "versturen" te klikken. Uw gegevens worden binnen 5 werkdagen na ontvangst kosteloos door Hulpgids.nl verwerkt en gepubliceerd. inschrijven ›