Hulpgids

De gids voor de geestelijke gezondheidszorg

Neurocognitieve stoornis door ziekte van Alzheimer

Geschiedenis

Alzheimer is genoemd naar de Duitse neuro-histopatholoog en psychiater Alois Alzheimer (1864-1915). Hij beschreef het ziektebeeld van een 50-jarige vrouw die in toenemende mate had last van geheugenverlies, hallucinaties en verwarring. Na het overlijden van de vrouw bestudeerde Alzheimer haar brein en ontdekte daar plaques. Door deze ontdekking weten we dat de ziekte van Alzheimer zich kenmerkt zich door het ten gronde gaan van hersencellen en het voorkomen van abnormale klonten (zogenaamde seniele plaques) en onregelmatige knopen (neurofibrillaire degeneratie) van hersencellen. Een zekere diagnose is bij leven niet mogelijk; de uiteindelijke diagnose kan pas gesteld worden na pathologisch onderzoek

Voorkomen

Eén op de 10 mensen boven de 65 jaar krijgt de ziekte. Bij mensen boven de 85 jaar is dit zelfs 1 op 2. In Nederland hebben naar schatting 200.000 mensen deze aandoening.

Verloop

De vroege vorm begint meestal tussen het veertigste en zestigste jaar, de late vorm meestal na het vijfenzeventigste jaar. Het begin is sluipend, de patiënt zelf heeft geen klachten (geen ziektebesef). De omgeving merkt soms wel geheugenstoornissen op. Vaak heeft de patiënt de neiging in het verleden te leven, zijn leermogelijkheden zijn ernstig beperkt en hij heeft vaak moeite met de weg vinden, zich aan te kleden, tekenen en rekenen.

DSM-5 criteria

  • A. Er wordt voldaan aan de criteria voor een uitgebreide of beperkte neurocognitieve stoornis.
  • B. Er is een sluipend begin en een geleidelijke progressie van beperkingen in een of meer cognitieve domeinen.
  • C. Er wordt voldaan aan de criteria voor de classificatie waarschijnlijk of mogelijk door de ziekte van Alzheimer:
    - Aanwijzingen uit familieanamnese of genetisch onderzoek.
    - Alle volgende drie:
      * duidelijke aanwijzingen voor achteruitgang in geheugen, leervermogen
      * gestaag progressieve, geleidelijke achteruitgang in cognitief functioneren
      * geen aanwijzingen voor gemengde etiologie.
  • D. De stoornis kan niet beter worden verklaard door een cerebrovasculaire ziekte, een andere neurodegeneratieve ziekte, de effecten van een middel of een andere psychische, neurologische of systeemaandoening.

Oorzaak

Al tientallen jaren wordt onderzoek gedaan naar de oorzaken van de ziekte van Alzheimer, de huidige inzichten zijn dat er vier veranderingen in de hersenen met de ziekte te maken hebben:
1. samenklontering van het eiwit Amyloid, 2. Tau eiwitkluwen, 3. Gliacellen en 4. Bloed-hersenbarrière.
Ad 1. Het schadelijke alzheimereiwit ‘amyloid’ stapelt zich op tussen de zenuwcellen in de hersenen. Zo vormt het zogenaamde ‘plaques’. Een neerslag van eiwitten die de communicatie tussen de hersencellen moeizamer maakt. Deze neerslagen zien we vaak het eerst in het gedeelte van de hersenen dat zorgt voor de aanmaak van herinneringen. Daarom is vergeetachtigheid vaak een eerste symptoom van de ziekte van Alzheimer.
Ad.2 In de hersencellen ontstaat een kluwen van een ander eiwit, de zogenaamde ‘tangles’. Deze bestaan uit een ander schadelijk eiwit dat ‘tau’ wordt genoemd. Bij de ziekte van Alzheimer is het tau-eiwit veranderd. Het is anders gevouwen. Alsof de letters van een zin niet achter elkaar staan, maar naar boven en beneden, van links naar rechts en van voren naar achter (een kluwen). Door hun afwijkende vorm zorgen deze eiwitten ervoor dat het transport van voedingsstoffen door de cel niet goed verloopt. Uiteindelijk sterft de cel hierdoor.
Ad.3 De hersenen bestaan naast zenuwcellen ook uit gliacellen. Deze ondersteunende cellen spelen onder andere een rol in de afbraak van amyloid eiwitten. Uit onderzoek blijkt dat deze cellen hierbij soms overactief en agressief te werk gaan. Dit kan het ziekteproces versnellen.
Ad.4 De cellen van de bloed-hersenbarrière zorgen ervoor dat er geen schadelijke stoffen inhet hersenweefsel terechtkomen. De barrière bevat ook speciale mechanismen om het amyloid eiwit vanuit de hersenen het bloed in te transporteren. Wanneer deze mechanismen falen, ontstaan er ophopingen van amyloid eiwitten in het brein.
Bron: Alzheimer Nederland

Behandeling

Overzicht van behandeling bij de ziekte van Alzheimer

Literatuur

  1. Verhey FRJ
    De medicamenteuze behandeling van de ziekte van Alzheimer, Tijdschr Psychiatr. (2006) 48: 17-26
  2. American Psychiatric Association
    DSM-5 - Nederlandse vertaling, Boom (2014)

Hulpgids nieuwsbrief

Praktijk aanmelden

Ook uw praktijk geplaatst op de Hulpgids? U kunt zich aanmelden door het inschrijfformulier in te vullen en daarna op de knop "versturen" te klikken. Uw gegevens worden binnen 5 werkdagen na ontvangst kosteloos door Hulpgids.nl verwerkt en gepubliceerd. inschrijven ›