Uitgebreide of beperkte vasculaire neurocognitieve stoornis
Vasculaire dementie (VD) werd vroeger Multi-infarct dementie genoemd en in de DSM-5 "uitgebreide of beperkte vasculaire neurocognitieve stoornis". VD is een dementie ten gevolge problemen met de bloedcirculatie in de hersenen (cerebrovasculair). Het omvat een breed spectrum van ziekten en aandoeningen, met als voornaamste kenmerk verlies van intellectuele vermogens. In tegenstelling tot de ziekte van Alzheimer is de oorzaak bij de vasculaire dementie wel bekend. Bij 16% van de patiënten met dementie is er sprake van vasculaire dementie, na Alzheimer dus de voornaamste vorm van dementie. Het begin ligt gewoonlijk tussen de 60 en 75 jaar en het komt iets vaker bij mannen voor.
Kenmerken
Een patiënt met VD heeft in de beginfase een beter ziektebesef en ziekte-inzicht dan een patiënt met Alzheimer en de persoonlijkheid blijft langer intact. VD kan voorafgegaan worden door zogenaamde TIA's (transient ischemic attacks), dat zijn kleine hersenbloedinkjes, veroorzaakt door een bloedstolsel dat een hersenslagader (meestal korter dan 24 uur) verstopt.De symptomen van een TIA zijn meestal mild, bijvoorbeeld een lichte spierzwakte in een arm, duizeligheid of onduidelijk praten.
Dementie is gedefinieerd als objectieeerbare achteruitgang van het geheugen in combinatie met achteruitgang in tenminste één ander cognitief domein (bijvoorbeeld oriëntatie, aandacht, taal, rekenen, uitvoerende functies en abstract denken), waarbij dit alles leidt tot beperkingen in het dagelijks leven. Naast deze cognitieve stoornissen kunnen ook andere symptomen voorkomen zoals stoornissen van de stemming (depressie), realiteitstoetsing (wanen, hallucinaties) en de impulsregulatie.
Herseninfarcten veroorzaken ook neurologische symptomen zoals eenzijdige verlammingen, hemianopsie (uitval helft van het gezichtsveld van één of beide ogen), slikstoornissen, dysartrie (spraakstoornis) en oncontroleerbaar huilen of lachen.
DSM-5 criteria
- A. Er wordt voldaan aan de criteria voor een uitgebreide of beperkte neurocognitieve stoornis.
- B. De klinische kenmerken passen bij een vasculaire etiologie, wat blijkt uit (1) of (2)
(1) Het begin van de neurocognitieve deficiënties hangt temporeel samen met een of meer cerebrovasculaire incidenten.
(2) Er zijn duidelijke aanwijzingen voor een achteruitgang in de complexe aandacht en frontaal-executieve functies. - C. Er zijn aanwijzingen vanuit anamese, lichamelijk onderzoek en/of beeldvormend hersenonderzoek voor de aanwezigheid van een cerebrovasculaire ziekte die de neurocognitieve deficiënties afdoende kan verklaren.
- D. De stoornis kan niet niet beter worden verklaard door een andere hersen- of systeemziekte.
Oorzaken
Als een bloedvat in de hersenen barst, verstopt raakt of als er onvoldoende bloedtoevoer naar de hersenen is, dan sterft hersenweefsel af (hersenbloeding, beroerte, herseninfarct). Na een hersenbloeding ontstaat bij circa 30% dementie in de eerste maanden na het optreden van de hersenbloeding.
Een andere vorm van vasculaire dementie ontstaat na meerdere kleine infarcten, die onopgemerkt blijven (maar wel te zien zijn op een hersenscan). Deze hersenbloedinkjes veroorzaken uiteindelijk schade aan in het gebied van hersenschors dat in verband gebracht wordt met leren, geheugen en taal.
Naast een hersenbloeding, kan hersenweefsel ook afsterven ten gevolge van (zeldzame) aandoeningen van de hersenvaten zoals SLE (ontstekingachtige huidziekte) en arteriitis temporalis (ontstekingsachtige ziekte van de slagaderwand). Een andere oorzaak van vasculaire dementie is de ziekte van Binswanger.
Het stellen van de diagnose is niet altijd gemakkelijk omdat de samenhang in de tijd tussen een beroerte en de cognitieve gevolgen niet altijd duidelijk is. Een mogelijke verklaring hiervoor is dat zowel de patiënt als zijn of haar omgeving de beroerte niet heeft opgemerkt, een andere verklaring is dat de cognitieve stoornissen ten dele berusten op een vooraf reeds bestaande, meer sluipend verlopende aandoening, bijvoorbeeld de ziekte van Alzheimer.
Risicofactoren
- Hoge bloeddruk, bij bevolkingsonderzoek vond men dat iedere 10mm bloedrukverhoging gepaard ging met een toename van het risico van 40%
- Diabetes mellitus
- Hoog cholesterol
- Voorgeschiedenis van kleine hersenbloedinkjes
- Aandoeningen van in of van de slagaders (bijvoorbeeld de kransslagaders rond het hart)
- Hartritmestoornissen
Literatuur
- American Psychiatric Association
DSM-5 - Nederlandse vertaling
Boom (2014) - Barba R, Martinez-Espinosa S, Rodrigues-Garcia E, et al.
Poststroke dementia : clinical features and risk factors
Stroke 2000: 31:1494-1501 - Leeuw, FE de, Gijn J van
Vasculaire dementie
NTvG, (2004) 148: 1181-1186 - Ruitenberg A
Vascular factors in dementia
proefschrift Erasmus Universiteit Rotterdam 2000 - Tatemichi TK, Desmond DW, Mayeux R, Paik M, Stern Y, Sano M et al.
Dementia after stroke, baseline frequency, risks and clinical features in a hospitalized cohort
Neurology (1992) 42: 1185-1193