Hulpgids

De gids voor de geestelijke gezondheidszorg

Antipsychotica - bijwerkingen

Bewegingsstoornissen

Uitgebreide informatie over bewegingsstoornissen door medicijnen

Anticholinerge bijwerkingen

Droge mond, obstipatie, snelle hartactie, pupilverwijding, wazig zien, transpireren, misselijkheid, moeite met urineren, geheugenstoornissen, verwardheid, hallucinaties. Oorzaak van de bijwerkingen: blokkade van cholinerge receptoren, behandeling: verlagen van de dosis of overschakelen op een ander antipsychoticum.

Dysfore reactie 

Onprettig gevoel en idee dat denken en bewegen traag gaat, de symptomen lijken op een depressie en op negatieve symptomen bij schizofrenie.

Vermoeidheid, sufheid en slaperigheid

Gevolg van blokkade van noradrenerge-, histaminerge- en serotonine receptoren.

Lage bloeddruk, duizeligheid

Bloeddrukdaling en daardoor duizeligheid bij plotselinge houdingsveranderingen.Oorzaak: blokkade van noradrenerge receptoren, behandeling: dosis verminderen of medicatie 's avonds innemen.

Hormonale bijwerkingen

Menstruatieproblemen (wegblijven menstruatie, onregelmatige menstruatie), gynaecomastie (overmatige ontwikkeling van mannelijke borstklieren), melkvloed. Gevolg van dopamineantagonisme: hoe minder dopamine, hoe meer prolactine. Middelen met een hoge dopamine-D2-receptoraffiniteit en/of een slechte doordringbaarheid van de bloed-hersenbarrière (sulpiride) veroorzaken vaker verhoogde prolactinespiegels. Oudere antipsychotica zoals haloperidol veroorzaken de hoogste prolactinespiegels, gevolgd door respectievelijk olanzapine, quetiapine, clozapine en aripiprazol. Therapie: verlagen van de dosis, veranderen van antipsychoticum of toevoegen dopamineagonist (bromocriptine of cabergoline).

Seksuele bijwerkingen

Seksuele bijwerkingen komen vaak voor (30-60%) en zijn een belangrijke oorzaak van therapieontrouw. Oorzaak: verstoringen diverse neurotransmittersystemen. Daarnaast is een belangrijke oorzaak een door antagonisme van D-2 receptoren veroorzaakte stijging van de prolactinespiegels, die kan leiden tot hypogonadisme. Het lijkt dat bij verhoogde prolactinespiegels er sprake is van verminderd libido en als die niet verhoogd is van verstoorde orgasme en ejaculatie. Volgens sommige onderzoeken verhogen sulpiride en risperidon de prolactine spiegel meer dan haloperidol en menig ander oud antipsychoticum. Clozapine, olanzapine en quetiapine geven weinig verhoging van de prolactine spiegel, quetiapine geeft wat minder seksuele bijwerkingen.

Gewichtstoename

Naast veranderen van leefstijl (bewegen en gezonde voeding), zijn er medicijnen om gewichtstoename tegen te gaam (metformine en topiramaat). (Simons, 2015), verder kan gekozen worden voor een antipsychoticum met minder kans op gewichtstoename (aripiprazol).                             x 

Metabool syndroom

Een metabool syndroom geeft een verhoogd risico diabetes mellitus type 2 en hart- en vaatziekten. Gewichtstoename hangt vooral samen met antiserotonerge en antihistaminerge werking en geldt in het bijzonder voor middelen als clozapine, olanzapine en quetiapine. Minder negatieve gevolgen voor het metabool syndroom zijn te verwachten van middelen als aripiprazol, haloperidol en flufenazine. Het metabool syndroom wordt gedefinieerd als minstens drie van de volgende NCEP ATP III-criteria aanwezig zijn:
-  buikomtrek groter dan 102cm bij mannen, groter dan 88cm bij vrouwen
-  triglyceride van 1,70 mmol/l of hoger of medicatie voor verhoogd triglyceride
-  HDL lager dan 1,04 mmol/l bij mannen en lager dan 1,30 mmol/l bij vrouwen of medicatie voor te laag HDL
-  bloeddruk van 130/85 mmHg of hoger of medicatie voor verhoogde bloeddruk;
- nuchter glucose van 6,10 mmol/l of hoger of mmedicatie voor verhoogd glucose.

Negatieve symptomen

Met name de klassieke antipsychotica kunnen negatieve symptomen (aandacht-, concentratie- en geheugenstoornissen, apathie, dysforie, emotionele vervlakking, vertraagd denken en sedatie) versterken of zelfs veroorzaken. 

Maligne neuroleptica syndroom (MNS)

MNS is een potentieel levensbedreigende aandoening verbonden door een snel toenemende ontregeling van bepaalde hersenfuncties. De oorzaak is onbekend, maar waarschijnlijk is het (ook) een extrapiramidale bijwerking. Karakteristiek is de combinatie spierstijfheid, hyperthermie (sterk verhoogde temperatuur, boven de 38°C) en verhoogde creatininefosfokinase (spierenzym) in het bloed, hetgeen duidt op afbraak van spierweefsel. Andere symptomen zijn onder andere: vegetatieve verschijnselen snelle hartwerking, versnelde ademhaling, labiele bloeddruk, onregelmatige pols, bleekheid, zweten, incontinentie; voorts extrapiramidale verschijnselen en veranderingen van bewustzijn. Complicaties kunnen zijn: acuut nierfalen, verstoord hartritme, hartinfarct, longontsteking, uitdroging, stolling bloed. De incidentie (aantal nieuwe gevallen ziektegevallen per jaar per 100.000) ligt rond de 1%, MNS is dus relatief zeldzaam.

Cognitieve effecten

Negatieve effecten op het onder andere het lange termijn geheugen; er zijn geen verschillen tussen antipsychotica wat cognitieve bijwerkingen betreft, behalve dat clozapine ongunstig afsteekt, blijkbaar omdat het sterk anticholinerg is.

Botbreuken

Er bestaat een relatie tussen het gebruik van antipsychotica en botbreuken, drie factoren spelen daarbij een rol: bijwerkingen van antipsychotica (bloeddrukdaling bij plotselinge houdingsveranderingen, extrapiramidale bijwerkingen en sufheid) en botdemineralisatie, waardoor de botstructuur verzwakt.

Hypothermie (verlaagde lichaamstemperatuur)

Bij gebruik van antipsychotica kan hypothermie als bijwerking optreden. (Szota, 2019).

Hartstilstand

Het gebruik van antipsychotica is geassocieerd met een verhoogd risico op plotselinge hartdood. Er is echter weinig bekend over het risico van specifieke antipsychotica. Deens onderzoek toont aan dat het gebruik van antipsychotica gepaard gaat met een verhoogd risico op cardiale complicaties. (Weeke, 2014)

Hersenbloeding bij ouderen

Vooral in het begin van de behandeling met antipsychotica is er een verhoogd risico op een hersenbloeding (CVA). Dat risico neemt af in de tijd, na 3 maanden is het risico nihil. Antipsychotica met een hoge bindingsaffiniteit voor alfa-2-adrenerge- en M1-muscarine receptoren hebben een groter risico op een CVA dan andere types antipsychotica.
- Risk of cerebrovascular events in elderly users of antipsychotics
Association of Stroke with the Receptor-Binding Profiles of Antipsychotics

Diep veneuze trombose (DVT) en longembolie

Het gebruik van antipsychotica wordt geassocieerd met een verhoogd risico op diep veneuze trombose en longembolie (Jonsson, 2018). Mensen met een verhoogd risico op een trombose moeten worden ingelicht over het risico op trombose wanneer ze antipsychotica (gaan) gebruiken. 

Literatuur 

Hulpgids nieuwsbrief

Praktijk aanmelden

Ook uw praktijk geplaatst op de Hulpgids? U kunt zich aanmelden door het inschrijfformulier in te vullen en daarna op de knop "versturen" te klikken. Uw gegevens worden binnen 5 werkdagen na ontvangst kosteloos door Hulpgids.nl verwerkt en gepubliceerd. inschrijven ›