Hulpgids

De gids voor de geestelijke gezondheidszorg

Nagebootste stoornis opgelegd aan zichzelf (pathomimie)

Inleiding

De "nagebootste stoornis opgelegd aan zichzelf" werd vroeger wel het "Münchausen syndroom", naar de Baron von Münchausen (1720-1797), een man die vele reizen maakte en bekend is geworden door zijn theatrale, fantastische en verzonnen verhalen. Met het Münchausen syndroom worden patiënten aangeduid, die zich (vaak terugkerend) in ziekenhuizen laten opnemen met voorgewende klachten of door heimelijke zelfverwonding verkregen symptomen .
Zolang hun bedrog in het ziekenhuis onopgemerkt blijft, lopen deze patiënten het risico zich aan pijnlijke en soms zelfs gevaarlijke diagnostische en therapeutische handelingen bloot te stellen. Zodra zij door artsen of verpleegkundigen als bedriegers zijn ontmaskerd, nemen deze patiënten (vaak verontwaardigd) de benen.
Spiro merkt op dat de term Münchausen syndroom weliswaar kleurrijk is, maar allerminst het beschreven gedrag verduidelijkt. Hij pleitte voor de term factitious illness (nagebootste ziekte).
Als belangrijkste kenmerken van Münchausen noemt Bursten :
1. De dramatische presentatie van een of meer lichamelijke (gesimuleerde) klachten
2. Pseudologia fantastica
3. Zwerfgedrag (peregrinatie): de trek van ziekenhuis naar ziekenhuis (vandaar dat deze patiënten ook wel bekend staan als "hospital hoboes").
Verschillende auteurs noemen alcoholmisbruik en misbruik van drugs in hun gevalsbeschrijvingen. Het is onduidelijk wat de rol is van het misbruik van alcohol en drugs bij de nagebootste stoornis.

DSM-5 criteria

300.19

  1. Het voorwenden van lichamelijke of psychische klachten of verschijnselen of het doelbewust opwekkken van verwonding of ziekte, waarbij aantoonbaar sprake is van misleiding.
  2. De betrokkene presenteert zich tegenover anderen als ziek, gehandicapt of gewond.
  3. Het misleidende gedrags is evident, ook als duidelijke exterene beloningen ontbreken.
  4. Het gevrag kan niet beter worden verklaard door een andere psychische stoornis, zoals een waanstoornis of een andere psychotische stoornis.

Er kan gespecificeerd worden of er sprake is van
- Eenmalige episode
- Recididiverende episodes (twee keer of meer)

Kenmerken Münchausen syndroom

  • Theatrale presentatie van een (gesimuleerde) ernstige aandoening
    De patiënt simuleert of induceert zelf symptomen. Voorbeelden zijn het mengen van bloed met urine, het inslikken van voorwerpen of zelfverminking, zoals het beschadigen van de endeldarm met een breinaald. Ook psychiatrische symptomen kunnen gesimuleerd worden zoals geheugenverlies, hallucinaties of suïcidaliteit.
  • Drang naar ziekenhuisopname en ondergaan pijnlijke ingrepen en diagnostische procedures
  • Gerapporteerde klachten lijken zo uit een handboek te komen
  • Een uitgebreide medische voorgeschiedenis
  • Opvallend vaag en inconsistent aangaande de details van de medische problematiek
  • Pathologisch liegen op andere terreinen
  • Geen gewin of voordeel van het ziektegedrag 


Andere veel voorkomende symptomen

Gewoonlijk is er een geschiedenis van emotionele en geestelijke verwaarlozing in de vroege jeugd. Er is vaak sprake van: identiteitsproblemen, heftige gevoelens, gebrekkige impulscontrole, korte psychotische episodes en instabiele relaties. Autoriteiten worden gewantrouwd, gemanipuleerd, geprovoceerd en uitgetest. Duidelijk aanwezig zijn schuldgevoelens, strafbehoefte en boetedoening.

Oorzaken

Pseudologia fantastica
Deutsch beschrijft de pseudologie met een dagdroom meegedeeld als werkelijkheid. Powell ziet pseudologia fantastica eerder als een hardnekkige karaktertrek. De motivatie voor de verzonnen identiteit is divers, maar versterking van eigenwaarde, aandacht, macht en manipulatie worden vaak genoemd in de literatuur.
Münchausen syndroom
Spiro noemt het begrip "mastery"; een trauma uit de vroege jeugd wordt opnieuw opgevoerd, waarbij de patiënt ditmaal de controle houdt over de pijn en de angst. Tevens zou op deze wijze de "liefde en aandacht" van de verzorgende "ouder"verkregen worden. De arts-patiënt relatie wordt vergeleken met de ambivalente relatie die de patiënt met zijn ouder onderhoudt: enerzijds woede, anderzijds verlangen naar warmte en bescherming.
Het karakteristieke zwerfgedrag en het nergens thuis horen is volgens Bursten gebaseerd op een ontkenning van de echte identiteit van de patiënt, waaronder hij zich inferieur voelt. De patiënt presenteert zich vaak als beklagenswaardig en slachtoffer, in tegenstelling tot de "gewone" pseudoloog, die vaak in de huid kruipt van mensen met macht en aanzien.

Voorkomen

De nagebootste stoornis komt zelden voor. Het syndroom van Münchausen vertegenwoordigt waarschijnlijk minder dan 10% van alle gevallen van nagebootste stoornissen. De patiënten zijn meestal mannen (ratio 2:1) van middelbare leeftijd (40-50 jaar). Patiënten met een nagebootste stoornis maar zonder het syndroom van Münchausen zijn vaker jonge vrouwen werkend in de gezondheidszorg.

Behandeling

Over een behandelstrategie is maar zeer weinig geschreven. Ziektebesef is vaak afwezig, confrontatie met de pseudologie roept vaak woede op en leidt tot het vertrek naar een ander ziekenhuis. Belangrijk voor de behandelaars is om een "bestraffende confrontatie" te vermijden, zodat een effectieve behandelrelatie kan ontstaan.

Engelstalige links

• Emergency Medicine: Münchausen syndrome 
• PubMed (overzicht van de publicaties van één jaar)

Literatuur

Literatuur nagebootste stoornissen

 

 

Hulpgids nieuwsbrief

Praktijk aanmelden

Ook uw praktijk geplaatst op de Hulpgids? U kunt zich aanmelden door het inschrijfformulier in te vullen en daarna op de knop "versturen" te klikken. Uw gegevens worden binnen 5 werkdagen na ontvangst kosteloos door Hulpgids.nl verwerkt en gepubliceerd. inschrijven ›