Schizofrenie - vroege symptomen (prodromi)
Een (eerste) psychotische episode wordt voorafgegaan door een zogenaamde prodromale fase, met vroege symptomen (prodromi). In deze fase kunnen er op verschillende terreinen (bijvoorbeeld op het werk of op school) problemen ontstaan. Opvallend is dat personen in deze fase anders reageren dan men van hen gewend is.
- Terugtrekken: de patiënt is gesloten, trekt zich vaak terug en mengt zich zelden tussen leeftijdgenoten.
- Geheugenproblemen: moeite om zich dingen te herinneren, vergeet bijvoorbeeld waar iets ligt.
- Waarnemingsstoornissen: patiënt ziet regelmatig voorwerpen op een raadselachtige manier van grootte of kleur veranderen, of hoort geluiden onnatuurlijk luid en helder.
- Wantrouwen en achterdocht: patiënt denkt vaak dat er over hem/haar wordt gepraat en twijfelt aan de eerlijkheid van anderen.
- Vreemde ideeën: bijvoorbeeld de gedachte helderziend te zijn of andermans gedachten te kunnen lezen.
- Te uitgesproken belangstelling voor geloofszaken, filosofie en paranormale onderwerpen, helemaal onderwerpen die te maken hebben met sektes en filosofie.
- Denkstoornissen: vaak onlogische, vage en abstracte gedachtegang. Hoofdzaken worden niet van bijzaken onderscheiden.
- Aandacht- en concentratieproblemen: aandacht dwaalt veelvuldig af, gemakkelijk afgeleid door onbelangrijke gebeurtenissen of geluiden.
- Depressie: sombere stemming kan voorkomen.
- Agressiviteit en prikkelbaarheid: vaak onbeheerste woede-uitbarstingen en/of is snel geïrriteerd en prikkelbaar.
- Verlies van energie: futloosheid, kost allemaal veel moeite, initiatiefloosheid.
- Slaapstoornissen: slaap is vaak gestoord, vaak is de patiënt(e) 's nachts wakker en slaapt overdag.
- Angst: patiënt is vaak angstig en heeft last van trillende handen of een bevende stem.
- Veranderde eetgewoonten: sterk afgenomen of juist toegenomen eetlust.
- Zelfverwaarlozing: verminderde aandacht voor zelfzorg, bijvoorbeeld minder wassen en douchen en erg slordig kleden.
- Aanpassingsproblemen op school of op het werk: patiënt komt onregelmatig op school of op het werk en houdt zich niet aan de regels die daar gelden.
- Waanstemming: verbijstering, alsof de omgeving een raadselachtige indruk op hem/haar maakt.