Syndroom van Cotard
Inleiding
De Franse neuroloog Jules Cotard (1840-1889) beschreef in 1980 als eerste een ziektebeeld dat gekenmerkt werd door depressie, angst, ideeën van verdoemenis of verwerping, ongevoeligheid voor pijn, ‘nonexistentie’-wanen betreffende het eigen lichaam, en wanen van onsterfelijkheid, een délire de négation (Cotard 1880, 1882). Cotard plaatste het ziektebeeld onder de noemer lypémanie, een vorm van een psychotische depressieve episode.
Classificatie
De vraag is of het syndroom van Cotard inderdaad een syndroom is of dat er sprake is van een symptoom beschouwd dient te worden. Er is tot op heden echter in de literatuur nog geen
eenduidigheid over de te hanteren indeling.
Symptomen
- Nihilistische wanen
- lichaam: destructie van organen of hele lichaam
- bestaan/geest: idee dood te zijn, niet meer te bestaan. - Schuldwanen
De overtuiging plichten verzaakt te hebben en anderen onrecht aangedaan te hebben. - Onsterfelijkheidswanen
De overtuiging onsterfelijk te zijn. - Hypochondere wanen
De overtuiging dat er lichamelijk iets ernstigs aan de hand is. - Depressie
- Angst
Verloop
De aandoening begint meestal met een vaag gevoel van angst, meestal progressief toenemend, waarvan de duur kan variëren van weken tot jaren.
Literatuur Syndroom van Cotard
- Cotard J
Du délire hypocondriaque dans une forme grave de mélancolie anxieuse. Memoire à la Société médico-psycholo gique dans la Séance du 28 juin 1880
Annales Médico-Psychologiques (1880) 4: 168-174 - Cotard J
Du délire des négations
Archives of Neurology (1882) 4: 282-296 - Berrios GE, & Luque R
Cotard’s syndrome: analysis of 100 cases
Acta Psychiatrica Scandinavica (1995) 91: 185-188 - Enoch D & Trethowan W
Uncommon psychiatric syndromes.
1991 (3de druk.) Oxford: Butterworth & Heinemann