Afhankelijke persoonlijkheidsstoornis
Afhankelijke mensen zien zichzelf vaak als hulpeloos en minderwaardig. Zij ervaren de steun, bescherming en waardering van meestal één belangrijke ander als de oplossing voor hun probleem. Zij cijferen zichzelf gemakkelijk weg en hebben er alles voor over om deze persoon aan zich te binden. In reactie op stress zoeken zij houvast buiten zichzelf, vermijden competitie en zullen niet snel vijandig op anderen reageren. Zij schikken zich en worden eerder boos op zichzelf dan op een ander. Zo lopen zij het risico eerder dan anderen gepest of gebruikt te worden. Ambitie en succes kunnen een bedreiging voor hen vormen: zo kunnen zij hun steun verliezen. Hun denken wordt gekenmerkt door naïviteit en een weinig kritische kijk op zichzelf en hun omgeving. Spanningen en (dreigende) conflicten zien zij het liefst over het hoofd. Zij identificeren zich vaak met anderen die in hun ogen beter zijn opgewassen tegen het leven. De negatieve inschatting van hun eigen mogelijkheden - en niet zozeer een gebrek aan motivatie - leidt tot functioneren onder hun kunnen.
DSM-5 criteria
301.6
Een pervasieve en excessieve behoefte om verzorgd te worden, die leidt tot submissief en aanklampend gedrag en de vrees om in de steek gelaten te worden, beginnend op jongvolwassen leeftijd en tot uiting komend in uiteenlopende situaties zoals blijkt uit vijf (of meer) van de volgende kenmerken:
- Heeft moeite met het nemen van alledaagse beslissingen zonder excessieve hoeveelheid adviezen van en geruststelling door anderen.
- Heeft anderen nodig die de verantwoordelijkheid nemen voor de meeste belangrijke gebieden van zijn of haar leven.
- Heeft moeite met het uiten van een meningsverschil met anderen, vanwege de vrees om steun of goedkeuring te verliezen.
- Heeft moeite met het ontplooien van initiatieven of met het zelfstandig dingen ondernemen.
- Gaat tot het uiterste om zorg en steun van anderen te krijgen, en kan zelfs vrijwillig aanbieden om onaangename dingen te doen.
- Voelt zich niet op zijn of haar gemak of hulpeloos als hij/zij alleen is, vanwege een overmatige vrees om niet voor zichzelf te kunnen zorgen.
- Gaat direct op zoek naar een nieuwe relatie als een bron van zorg, zodra een intieme relatie beëindigd wordt.
- Is op onrealistische wijze gepreoccupeerd met de vrees alleen gelaten te worden en voor zichzelf te moeten zorgen.
Literatuur
DSM-5 - Nederlandse vertaling
American Psychiatric Association
Uitgeverij Boom (2014)