Hulpgids

De gids voor de geestelijke gezondheidszorg

Trichotillomanie (TTM)

De Franse dermatoloog Hallopeau introduceerde in 1889 de term trichotillomanie (TTM) voor de onweerstaanbare of dwangmatige drang om bij de eigen haren uit te trekken. Het woord trichotillomanie is afgeleid van het Griekse thrix (haar), tillein (trekken) en mania (waanzin). Deze benaming is wat misleidend, aangezien mensen met trichotillomanie niet "gek" of "psychotisch" zijn. Trichotillomania wordt in de DSM-5  gerekend onder stoornissen "Obsessieve-compulsieve en en verwante stoornissen". Voorheen, in de DSM-IV, werd trichotillomanie gerekend tot de stoornissen in de impulsbeheersing, net zoals kleptomanie, pyromanie en pathologisch gokken.

Voorkomen

Aangenomen werd dat trichotillomanie een zeldzame aandoening was, maar het lijkt dat de aandoening vaker voorkomt dan altijd werd gedacht. Recent onderzoek rapporteert een prevalentie (totaal aantal gevallen die er op een bepaald moment zijn) van 1-2%. Trichotillomanie kan op alle leeftijden optreden, maar meestal begint het rond de 10-12 jaar. Er zijn echter publicaties van kinderen jonger dan een jaar en volwassenen ouder dan 50 jaar. Bij kinderen jonger dan 5 jaar, komt het vaker voor bij jongens, gedurende de pubertijd echter komt het tienmaal vaker voor bij meisjes , bij volwassen treedt trichotillomanie in 70-93% van de gevallen op bij vrouwen.

Verloop

Bij sommige kinderen verdwijnen de symptomen geheel, bij volwassenen is het verloop vaak chronisch of symptomen treden in episodes op.

Kenmerken

De onscherp begrensde plek is bizar, lineair, of geometrisch van vorm. De haarpluktest aan de rand van de plek is negatief, dat wil zeggen er worden nauwelijks of geen haren uitgetrokken. Soms zijn er ook krabeffecten op de huid en zijn de nagels afgebeten.  Bijkomende symptomen kunnen zijn: krabben en pulken aan de huid, nagels bijten, duimzuigen, op de lip bijten, neus pulken, de uitgetrokken haren deels of helemaal opeten (trichofagie). Obsessief huidpulken (excoriatiestoornis), is een obsessieve-compulsieve stoornis net als trichotillomanie, maar wordt wel beschouwd als een aparte aandoening. De meest voorkomende plek waar de haren uitgetrokken worden is de hoofdhuid (75%), gevolgde door de wimpers (53%), wenkbrauwen (42%), schaamhaar (17%), baard/gezicht (10)%, arm (10%), snor (7%), benen (7%), borst (3%) en tenslotte de buik (2%).

Complicaties

Een van de meest belangrijke complicaties is dat de patiënt, uit angst voor ontdekking, gezondheidszorg vermijdt (huisarts, tandarts, specialist). Vaak hebben de patiënten een andere psychiatrische aandoening: depressie (50%), specifieke fobie (30%), gegeneraliseerde angststoornis (3%), eetstoornis (20%) en een andere obsessieve-compulsieve stoornis (15%).

Typen (volgens Christenson)

  • Binge (aanvalstype)
    Aanvalsgewijs, in een korte periode, grote hoeveelheden haar uittrekken. Een aanval wordt uitgelokt door negatieve emoties (zoals intense angst of depressie).
  • Stilzittend
    Haartrekken gedurende stilzittende activiteiten (bijvoorbeeld lezen, tv kijken, autorijden), patiënten zijn zich vaak onbewust van hun gedrag en zij trekken ook minder haar uit.


DSM-5 criteria 
698.4

A. Recidiverend uittrekken van de eigen haar, hetgeen met haarverlies als gevolg.
B. Herhaaldelijke pogingen om het haar uittrekken te stoppen.
C. Het haar uittrekken veroorzaakt klinisch significante lijdensdruk of beperkingen in het sociaal of beroepsmatig functioneren of in het functioneren op andere belangrijke terreinen.
D. Het haar uittrekken of haarverlies kan niet worden toegeschreven te schrijven aan een somatische aandoening (bijvoorbeeld dermatologische aandoening).
E.  Het haar uittrekken kan niet beter worden verklaard door de symptomen van een andere psychische stoornis (zoals de pogingen om een vermeende misvorming of onvolkomenheid in het uiterlijk te verberbeteren bij een morfodysfore stoornis).

Oorzaken

Ondanks vele theorieën is de oorzaak onduidelijk. Veel onderzoekers zijn het er over eens dat meerdere factoren een rol spelen (zoals voor zoveel psychiatrische stoornissen).

Behandeling

Vele medicijnen, zoals antidepressiva en antipsychotica, worden gebruikt met maar zeer matig succes. Gedragstherapie lijkt nog het meeste effect te sorteren, zowel in het reduceren van de symptomen als in het verbeteren van het functioneren van de patiënt. In een studie werden 28 patiënten met trichotillomanie onderzocht voor en na 6 gedragstherapeutische sessies. Verder werd 3 maanden en 2 jaar na de interventie opnieuw gekeken naar de aanwezigheid van symptomen. In vergelijking met de meting na afloop van de behandeling werd een verdere verbetering van 49% na 3 maanden en van 70% na 2 jaar vastgesteld. Na 2 jaar werden de beste resultaten gehaald als er weinig depressieve symptomen aanwezig waren voor de behandeling en als er meteen na de behandeling helemaal geen haren meer werden uitgetrokken.

Differentiaal diagnose

Alopecia (kaalheid) t.g.v. medicatie; endocrinopathie (hormonale aandoening); lymfoom (gezwel van lymfatisch weefsel), SLE (ontstekingsachtige ziekte van huid en/of ingewanden), deficiëntie voedingsstof, tinea capitis (schimmelziekte van de huid), alopecia areata, constitutioneel eczeem, nagebootste stoornis, schizofrenie (d.w.z onder invloed van wanen of hallucinaties).


Literatuur

  1. Hallopeau M
    Alopecie par grattage (trichomanie ou trichotillomanie
    Annales de Dermatologie et de Venereogie 1889 (10): 440-441, University of Iowa
  2. Cohen LJ, Stein DJ, Simeon D, et al.
    Clinical profile, comorbidity, and treatment history in 123 hair pullers: a survey study
    J Clin Psychiatry (1995) 56: 319-326
  3. Altman K, Grahs C, Friman P
    Treatment of unobserved trichotillomania by attention-reflection and punishment of an apparent covariant.
    J Behav Ther Exp Psychiatry (1982) 13: 337-340
  4. Christenson GA, Crow SJ
    The characterization and treatment of trichotillomania.
    J Clin Psychiatry (1996); 57(supplement 8): 42-49
  5. O'Sullivan R, Keuthen NJ, Christenson GA, et al
    Trichotillomania: behavioral symptom or clinical syndrome?
    Am J Psychiatry (1997) 154: 1442-1449
  6. Swedo SE, Leonard HL
    Trichotillomania: an obsessive compulsive spectrum disorder?
    Psychiatr Clin North Am (1992) 15: 777-790
  7. Boersma IH, Oranje AP
    Trichotillomanie bij kinderen: vaak over het hoofd gezien
    NTvG 1992 (136): 355-358
  8. Christenson GA, Mackenzie TB, Mitchell JE
    Characteristics of 60 adult chronic hair pullers
    Am J Psychiatry (1991) 148: 365-370
  9. Christenson GA, Ristvedt SL, Mackenzie TB
    Identification of trichotillomania cue profiles.
    Behav Res Ther (1993) 31: 315-320
  10. American Psychiatric Association
    Diagnostische Criteria van de DSM-5
    Uitgeverij Boom (2014)
  11. Keuthen N, O'Sullivan R, Goodchild P, et al
    Behavior therapy and pharmacology for trichotillomainia: choice of treatment, patient acceptance, and long-term outcomes.
    CNS Spectrum (1998) 3: 72-78
  12. Slagle DA, Martin TA III
    Trichotillomania
    Am Fam Physician (1991) 43: 2019-2024
  13. Ger P.J. Keijsersa, Agnes van Minnena, Cees A.L. Hoogduina, Bram N.W. Klaassenb, Mathieu J. Hendriksa and Jorg Tanis-Jacobsa
    Behavioural treatment of trichotillomania: Two-year follow-up results
    Behav Res Ther (2006) 44: 359-370

 

Hulpgids nieuwsbrief

Praktijk aanmelden

Ook uw praktijk geplaatst op de Hulpgids? U kunt zich aanmelden door het inschrijfformulier in te vullen en daarna op de knop "versturen" te klikken. Uw gegevens worden binnen 5 werkdagen na ontvangst kosteloos door Hulpgids.nl verwerkt en gepubliceerd. inschrijven ›