Obsessieve-compulsieve en verwante stoornissen
"Obsessieve-compulsieve en verwante stoornissen" is een nieuwe categorie in de DSM-5. Deze categorie omvat een vijftal aandoeningen. Drie stoornissen kunnen getypeerd worden als cognitieve of ‘hogere orde’ stoornissen: de obsessieve-compulsieve stoornis, de morfodysdore stoornis en de nieuw opgenomen stoornis hoarding. Trichotillomanie en excoriatiestoornis, beide impulsstoornissen, zijn meer motorische of ‘lagere orde’ aandoeningen. De wergroep verantwordelijk voor het opnemen van deze nieuwe categorie in de DSM-5 vond zelf dat er voor trichotillomanie en excoriatiestoornis maar zeer beperkt bewijs was om ze tot het obsessieve-compulsieve spectrum te rekenen. Het zou volgens de werkgroep meer voor de hand hebben gelegen om deze stoornissen in een aparte categorie body-focussed repetitive behavior op te nemen. Voor alle stoornissen met een belangrijke cognitieve component is een (uitgebreidere) specificatie van de mate van realiteitsbesef toegevoegd. Er zijn nu drie typeringen mogelijk: Met goed tot redelijk realiteitsbesef’, ‘Met matig realiteitsbesef’ en ‘Met ontbrekend realiteitsbesef of waanovertuigingen’. De bedoeling hiervan is om de stoornissen af te kunnen grenzen van de psychotische stoornissen waarvoor andere behandelingen geïndiceerd zijn. Verder gaat een ontbrekend realiteitsbesef/waanovertuigingen bij bijvoorbeeld de obsessieve-compulsieve stoornis ook gepaard met een slechtere prognose.
Overige stoornissen
Naast de vijf kernstoornissen kent de categorie ‘Obsessieve-compulsieve en verwante stoornissen’ zoals gebruikelijk ook een ‘Stoornis op basis van middel of medicatie’, een ‘Stoornis op basis van een somatische aandoening’, een ‘Ongespecificeerde stoornis’ en een ‘Andere gespecificeerde obsessieve-compulsieve of verwante stoornis’. Bij deze laatste stoornis kan men aangeven waarom men de klachten niet onder één van de kernstoornissen kan classificeren, bijvoorbeeld omdat niet aan alle criteria wordt voldaan. We vinden bij deze stoornis echter ook voorbeelden met een deels andere fenomenologie zoals de ‘obsessieve jaloezie’, de ‘lichaamsgericht-repetitief-gedragsstoornis’, het eerder genoemde ‘olfactory reference syndrome’ (Japans: Jikoshu-kyofu) en cultuurgebonden beelden.