Neurocognitieve stoornis door een middel
DSM-5 criteria
- A. Er wordt voldaan aan de criteria voor een uitgebreide of beperkte neurocognitieve stoornis.
- B. De neurocognitieve beperkingen doen zich niet uitsluitend voor tijdens het beloop van een delirium en persisteren tot na de gebruikelijke duur van intoxicatie en avute onttrekking.
- C. Het betreffende (genees)middel en de duur en de mate van het gebruik kunnen de neurocognitieve beperking veroorzaken.
- D. Het temporale beloop van de neurocognitieve deficiënties stemt overeen met het tijdstip van het (genees)middelgebruik en van de abstinentie.
- E. De neurocognitieve stoornis kan niet worden toegeschreven aan aan een somatische aandoening, en kan niet beter worden verklaard door een andere psychische stoornis.
Voorbeelden van dementie door middelen teweeggebracht
- Alcohol
- Vluchtige stof (koolmonoxide)
- Geneesmiddelen met een "anticholinerge werking": anti-parkinsonmiddelen, sommige antipsychotica, sommige antidepressiva, sommige antihistaminica.
- Zware metalen: Vergiftiging met kwik, lood en thallium.
- Hypothyroïdie
- Vitamine B12 tekort
Syndroom van Korsakow
Het syndroom van Korsakow is genoemd naar Russische neuroloog (1854-1900) en wordt meestal veroorzaakt door een combinatie van chronisch alcoholisme, slecht en weinig eten en een tekort aan vitamine B1, maar er zijn ook andere oorzaken zoals een ernstig hersentrauma. Het verlies van hersenweefsel, leidt tot een dementieel beeld. Karakteristiek is desoriëntatie (met name plaats en tijd), geheugenverlies (met name inprenting) en confabulaties (opvullen van leemtes in het geheugen met verzinsels).
Bron
DSM-5 - Nederlandse vertaling
American Psychiatric Association
Uitgeverij Boom (2014)