Hulpgids

De gids voor de geestelijke gezondheidszorg

Bipolaire stoornis - oorzaken

De pathologie van de bipolaire stoornis is grotendeels nog onbekend. De oorzaak lijkt een samenspel van genetische kwetsbaarheid, factoren in de ontwikkeling van het individu en uitlokkende psychosociale factoren voorafgaand aan een episode. Episoden kunnen optreden na een stressvolle gebeurtenis, maar ook zonder duidelijke aanleiding. Veranderingen in het circadiane (24-uurs) ritme, bijvoorbeeld door ploegendiensten, doorwaakte nachten en jetlag, kunnen manische decompensaties in de hand werken. 

Er zijn een aantal studies gedaan waarin is aangetoond dat sommige genen betrokken zijn bij de neuropathologie. (Chen, 2013). Familie-onderzoek, tweelingstudies en adoptiestudies hebben aangetoond dat genetische factoren een belangrijke rol spelen bij het ontstaan van bipolaire stoornissen. De overerving is multigenetisch en complex en er zijn nog veel vragen. In Noorwegen werden recent 2000 eeneiige (ET) en twee-eiige tweelingen (TT) onderzocht. Uit dit onderzoek blijkt dat 69% van de variatie van de bipolaire stemmingsstoornis verklaard wordt door genetische factoren versus 31% door omgevingsfactoren. Vergeleken met de algemene populatie hebben eerstegraads familieleden van patiënten met een bipolaire stoornis een zevenmaal grotere kans op deze aandoening en een tweemaal grotere kans op een unipolaire stoornis. Dit wijst echter niet zonder meer op erfelijkheid, want niet alleen genen maar ook omgeving worden gedeeld. Uit onderzoek bij eeneiige tweelingen blijkt dat als er één een bipolaire stoornis heeft, dit in ongeveer 70 procent bij de ander ook het geval is. Bij twee-eiige tweelingen is dat slechts rond de 30 procent. Het delen van alle genen verhoogt dus het risico tweemaal ten opzichte van het delen van de helft van de genen. Uit het onderzoek bij tweelingen kan worden geconcludeerd dat de etiologie slechts ten dele genetisch is. Een genetische aanleg leidt echter niet altijd tot manifestatie van de ziekte; de penetratie is niet 100 procent. Bovendien varieert de expressie; dezelfde genetische aanleg kan leiden tot een aantal klinisch verwante aandoeningen. Dit betekent dat een overeenkomst van één op één tussen genotype en fenotype ontbreekt, waardoor er geen sprake is van Mendeliaanse overerving. Waarschijnlijk is er net als bij vele andere aandoeningen zoals hypertensie, de ziekte van Alzheimer en diverse vormen van kanker sprake van genetische heterogeniteit; meerdere genen spelen een rol. Mogelijk is er wel één gen dat een grote gevoeligheid voor de ziekte bepaalt.

Een (hypo)manische episode die wordt geluxeerd door een (genees)middel of een somatische aandoening wordt wel een secundaire- of organische stemmingsstoornis genoemd, in de DSM-5: bipolaire stemmingsstoornis door een somatische aandoening en bipolaire stemmingsstoornis door een middel/medicatie.

 

Literatuur

Haiming Chen, Nulang Wang, Xin Zhao et al
Gene expression alterations in bipolar disorder postmortem brains
Bipolar Disorders 2013 15 (2) 177

 

Praktijk uitgelicht

Praktijk inschrijven

Ook uw praktijk geplaatst op de Hulpgids? U kunt zich aanmelden door het inschrijfformulier in te vullen en daarna op de knop "versturen" te klikken. Uw gegevens worden binnen 5 werkdagen na ontvangst kosteloos door Hulpgids.nl verwerkt en gepubliceerd. inschrijven ›