Hulpgids

De gids voor de geestelijke gezondheidszorg

Antipsychotica - indeling

Klassieke (of oude) antipsychotica

Broomperidol (impromen); chloorpromazine (largactil); chloorprotixeen (truxal); dehydrobenzperidol (droperidol); flufenazine (anatensol); flupentixol (fluanxol); haloperidol (haldol); perfenazine (trilafon); periciazine (neuleptil); pimozide (orap); pipamperon (dipiperon); sulpiride (dogmatil); trifluoperazine (terfulzine); tiapride (tiapridal); zuclopentixol (cisordinol).

Atypische (nieuwe) antipsychotica

De term "atypisch" wordt toegevoegd aan middelen met antipsychotische eigenschappen die in ratten geen katalepsie veroorzaken. Katalepsie is een toestand van (wasachtige) spierverstijving, waarbij langdurig eenzelfde houding wordt aangenomen, hetgeen een symptoom van schizofrenie kan zijn. In de praktijk betekent het dat de dosering waarop het middel antipsychotisch werkt veel lager is dan de dosering waarbij er extrapiramidale bijwerkingen optreden. Het Farmacotherapeutisch Kompas definieert atypische antipsychotica als: "verbindingen waarbij antipsychotische effecten kunnen worden verkregen met minder extrapiramidale verschijnselen en/of die een therapeutische meerwaarde hebben (effectiviteit bij therapieresistente respectievelijk bij negatieve symptomen zoals affectieve vervlakking, kwantitatieve en kwalitatieve spraakarmoede, apathie en initiatiefverlies)".
Atypische antipsychotica onderscheiden zich van de klassieke (oude) antipsychotica doordat ze zich behalve aan dopaminereceptoren van het type 2 (D2-receptoren) ook binden aan serotoninereceptoren van het type 2A. Algemeen wordt aangenomen dat dit het verminderde optreden van extrapiramidale verschijnselen met deze middelen verklaart. Uit zogenaamde SPECT-scans blijkt dat de grens voor het ontwikkelen van extrapiramidale bijwerkingen een binding (blokkade) van 75-80%) van de D2-receptoren is. Volgens sommige onderzoekers echter, komt dit omdat atypische antipsychotica een geringere affiniteit hebben voor de D2-receptoren.
De laatste tijd wordt er echter bewijs aangedragen dat deze nieuwe antipsychotica niet zo vrij van risico voor tardieve dyskinesieën zijn als werd aangenomen. In combinatie met het risico op ernstige metabole bijwerkingen van sommige nieuwe antipsychotica, maakt dat de keuze voor een nieuw antipsychoticum weloverwogen genomen moet worden.


Partiele dopamine agonisten

Er zijn drie atypische antipsychotica met partieel agonisme op de dopamine(-D2) en serotonine(-5HT1a) receptoren en antagonisme op de serotonine(-5HT2a) en noradrenerge α-receptoren:
aripiprazole, klik hier voor meer informatie; brexpiprazol en cariprazine. Deze drie middelen worden in de literatuur vaak omschreven als DRPA (Dopamine Receptor Partial Agonist). De middelen kenmerken zich door een gunstig bijwerkingenprofiel ten opzichte van veel andere antipsychotica: weinig metabole bijwerkingen, weinig invloed op prolactine, weinig EPS, weinig sedatie en geen anticholinerge bijwerkingen. Een belangrijke bijwerking die wel voorkomt is acathisie.

Literatuur antipsychotica

  1. Moleman P, Praktische psychofarmacologie, Bohn Stafleu Van Loghum (1998)
  2. Kerwin RW, The new atypical antipsychotics, British Journal of Psychiatry (1994) 164, 141-316
  3. Farmacotherapeutisch Kompas 
  4. Smith SM, O'Keane V, Murray R, Sexual dysfunction in patients taking conventional antipsychotic medication, British Journal of Psychiatry (2002) 181: 49-55
  5. Wirshing DA, Pierre JM, Marder SR, Saunders CS, Wirshing WC, Sexual side effects of novel antipsychotic medications, Schizophrenia Research (2002) 56: 25-30.
  6. Byerly MJ, Nakonezny PA, Bettcher BM, Carmody T, Fisher R, Rush AJ, Sexual dysfunction associated with second-generation antipsychotics in outpatients with schizophrenia or schizoaffective disorder: An empirical evaluation of olanzapine, risperidone, and quetiapine, Schizophrenia Research (2006) 86: 244-50
  7. Bruggen JM van, Linszen DH, Hingemans PMAJ, Gersons BPR, Gewichtstoename en antipsychotica, Tijdschrift voor Psychiatrie (2001) 43, 95-104
  8. Werneke U, Taylor D, Sanders TAB, Options for pharmacological management of obesity in patients treated with atypical antipsychotics, International Clinical Psychopharmacology (2002); 17: 145-160
  9. Thornton AE, Van Snellenberg JX, Sepehry AA, Honer WG, The impact of atypical antipsychotic medications on long-term memory dysfunction in schizophrenia spectrum disorder: a quantitative review
    Journal of Psychopharmacology (2006) 20:335-346
  10. Hugenholtz GWK en Heerdink ER, Antipsychotica en botbreuken, Psyfar (2007) 2, 35-37
  11. Henderson DC, Daley TB, Kunkel L, Rodrigues-Scott M, Koul P, Hayden D, Clozapine and hypertension: a chart review of 82 patients, Journal of Clinical Psychiatry (2004) 65: 686-689
  12. Geddes J, Freemantle N, Harrison P, e.a., Atypical antipsychotics in the treatment of schizophrenia: Systematic overview and meta-regression analysis, British Medical Journal 321, 371-376
  13. Atypische antipsychotica en de kans op extrapiramidale bijwerkingen, Harten, PN, Tijdschrift voor Psychiatrie (2001) 43, 767-775
  14. Naber D, Holzbach R, Perro C e.a., Clinical management of clozapine patients in relation to efficacy and side-effects, British Journal of Psychiatry (1992) 160, 54-59
  15. Schulte PFJ, De plaats van clozapine bij de behandeling van schizofrenie, Tijdschrift voor Psychiatrie (2001) 43, 715-719
  16. Munro J, O'Sullivan D, Andrews C, e.a., Active monitoring of 11.760 clozapine recipients in the UK and Ireland, British Journal of Psychiatry 175, 576-580
  17. Plasma clozapine concentrations predict clinical response in treatment-resistant schizophrenia, Journal of Clinical Psychiatry (1994) 55, 133-136
  18. Carrillo JA, Herráiz AG, Ramos SI, Gervasini G, Vizcaíno S, Benítez J, Role of the smoking-induced cytochrome P450 (CYP)1A2 and polymorphic CYP2D6 in steady-state concentration of olanzapine, Journal of Clinical Psychopharmacology (2003) 23: 119-127
  19. Friedman JH, Factor SA, Atypical antipsychotics in the treatment of drug-induced psychosis in Parkinson's disease, Movement Disorders (2000) 12, 201-211
  20. Nederlands Bijwerkingen Centrum Lareb, Olanzapine and amenorrhea, januari 2007
  21. Keks N, Hope J, Schwartz D et al. Comparative tolerability of dopamine D2/D3 receptor partial agonists for schizophrenia. CNS Drugs 2020;34:473-507

Hulpgids nieuwsbrief

Praktijk aanmelden

Ook uw praktijk geplaatst op de Hulpgids? U kunt zich aanmelden door het inschrijfformulier in te vullen en daarna op de knop "versturen" te klikken. Uw gegevens worden binnen 5 werkdagen na ontvangst kosteloos door Hulpgids.nl verwerkt en gepubliceerd. inschrijven ›