Autismespectrumstoornis - behandeling
In zijn artikel "De behandeling van autistische kinderen" (1985) benadrukt Rutter het belang van een educatieve en ontwikkelingsgerichte benadering: vermindering van de draaglast van het gezin; verbetering algehele functioneren van het kind en vermijden sociale druk. De ontwikkeling moet continu worden gestimuleerd, waar een ander kind zich spontaan dingen eigen maakt, moet een autistisch kind deze stap voor stap aangereikt krijgen. Ervaring heeft uitgewezen dat autistische kinderen het meest leren in alledaagse situaties. Ouders zijn deskundig vanuit hun ouderschap, maar moeten worden ondersteund door professionele hulpverleners om tot een gericht behandelingsplan te komen. In de behandeling van autisme en aanverwante contactstoornissen bij kinderen richt men zich op het bevorderen van de sociale en communicatieve ontwikkeling, het stimuleren van het leerproces en het vergroten van het probleemoplossend vermogen van het kind. Voorts richt men zich op het terugdringen van gedragingen die negatief interfereren met leerprocessen en met de inpassing in een gewoon leefpatroon, en op het ondersteunen van het gezin om met autisme om te gaan. Naast psycho-educatie en gezinsbegeleiding zijn op indicatie ook gedrags- en farmacotherapie aangewezen.
Er is nog weinig bekend over de effecten van behandelingsmethoden, van lange termijn onderzoek is nog nauwelijks sprake. Evaluaties van diverse onderzoeken hebben (nog) geen succesvolle behandelingsmethode opgeleverd. Wel is bekend dat een behandeling in het leven van alledag, de meeste vooruitgang bewerkstelligt. Een aangepast leefmilieu waarin structuur, duidelijkheid en voorspelbaarheid centraal staan, leidt tot verbetering van zowel het gedrag als de ontwikkeling.
Medicatie
- Er zijn geen medicijnen die belangrijke verbetering geven
Hoewel er geen officiële indicatie is voor medicatie bij de kernproblemen van ASS worden er veel verschillende medicijnen gebruikt, ook bij de behandeling van co-morbiditeit. (Feroe, 2021) - Antipsychotica
Ter verlichting van sterk stereotype gedrag, neiging tot terugtrekken, prikkelbaarheid, driftbuien en hyperactiviteit. Haloperidol is het beste onderzocht en effectief gebleken in het verminderen van symptomen. In één onderzoek werden bij 12 van de 60 onderzochte kinderen dyskinesieën (bewegingsstoornissen) gezien, maar geen negatieve beïnvloeding van het intellectueel functioneren. Pipamperon wordt veel voorgeschreven, maar gegevens over de effectiviteit en veiligheid uit gerandomiseerd en gecontroleerd onderzoek ontbreken.
- Antidepressiva
Bij ernstig dwangmatig gedrag en automutilatie worden wel antidepressiva voorgeschreven. Het beschikbare onderzoek is echter beperkt. In een dubbelblind onderzoek werd bij 12 autistische patiënten clomipramine vergeleken met een placebo en bij 12 andere patiënten werd clomipramine vergeleken met desipramine. Clomipramine bleek significant effectiever in het verminderen van autistische symptomen dan desipramine en placebo. Beide middelen bleken significant effectiever dan placebo in het verminderen van symptomen van hyperactiviteit. Moderne antidepressiva zijn onvoldoende onderzocht bij autistische kinderen. Citalopram (SSRI) bleek in een onderzoek onder 149 kinderen met ASS niet effectief bij het repetitieve en stereotiepe gedrag van autistische kinderen. Dit roept de vraag op in hoeverre de mechanismen die hieraan ten grondslag liggen verschillen van die bij OCD. - Methylfenidaat
In een onderzoek bleek dat het de verschijnselen van hyperactiviteit significant verminderde in vergelijking met placebo. Het gevaar van het gebruik van methylfenidaat is het risico op ontremming, agitatie en toename van stereotype gedrag. - Clonidine
In een dubbelblind, placebo gecontroleerd onderzoek bij acht autistische kinderen, die niet verbeterden op andere middelen, bleek dat clonidine bij enkele kinderen een geringe verbetering gaf van hyperactiviteit en irritatie. - Bumetanide
Bumetanide is jarenlang veilig gebruikt als een plaspil. Bumetanide werkt als chloorverlagend middel in het brein waardoor het overprikkeling kan corrigeren. Recent onderzoek laat zien dat dit middel in het brein de prikkelbalans kan herstellen, het verminderde de ernst van ASS bij kinderen en adolescenten van 3 tot 11 jaar. Er waren significante verbeteringen in de subcategorieën sociale communicatie en stereotiepe interesses en gedragingen, maar niet in sociale cognitie, sociale motivatie of sociaal bewustzijn.
Alternatieve vormen van therapie
- Vanuit een visie op de autistische stoornis zelf of op het kind met een autistische stoornis
Holding therapie, Son-Rise Programma (Kaufmanmethode of Optionmethode). - Therapieën gericht op bepaalde gedragsaspecten
Auditieve Integratie Therapie (AIT), Tomatistherapie en ABA. - Therapieën gericht op stimulering van de hersenen
Doman en Delcatio therapie, Brain Stimulated Method (BSM), Neuro Emotionele Integratie (NEI), Zintuiglijke Hiërarchie (van Soest therapie).
Holding therapie
Uitgangspunt van deze therapie is dat de autistische stoornis niet wordt veroorzaakt door genetische en/of neurologische factoren, maar door "een angst dominerende emotionele onevenwichtigheid", welke leidt tot sociaal terugtrekken en falen om van sociale interacties te leren. De onevenwichtigheid zou het resultaat zijn van een gebrek aan binding tussen moeder en kind. De behandeling is er op gericht deze binding tot stand te brengen door het kind stevig vast te houden, tot oogcontact te brengen en de gespannenheid van het kind te doorbreken tot het aangeeft dat het contact nodig heeft en daaruit genoegen put.
Son-Rise Programma (Option-methode of de Kaufman-methode)
Hier gaat men er van uit dat het kind de wereld als verwarrend en bedreigend ervaart en deze daardoor buiten tracht te sluiten. Het gevolg is dat het kind stimuli van buitenaf niet toelaat, zich isoleert en derhalve geen sociale ontwikkeling doormaakt. In deze benadering wordt het belang van volledige acceptatie benadrukt, met als belangrijkste principe het kind te leren dat interacties heel plezierig kunnen zijn. Om het kind te bereiken moeten de ouders samen met het kind die activiteiten uitvoeren die het kind leuk vindt, waar het plezier aan beleeft. Dit zijn aanvankelijk veelal zijn obsessies. Als het kind vertrouwen in de ander krijgt, kunnen ook andere activiteiten ontwikkeld worden. Centraal staat van onvoorwaardelijke acceptatie wordt door de ouders. Het Son-Rise Programma is erg intensief en kostbaar; ouders moeten een training volgen, meestal in Amerika in het instituut van Kaufman.
Auditieve Integratie Therapie (AIT)
In deze training wordt er van uitgegaan bij mensen met een autistische stoornis de gevoeligheid voor geluid veroorzaakt wordt door een gehoorprobleem. Op een audiogram zijn bij een dergelijk gehoorprobleem sterke pieken te zien. Door gebruik te maken van filters kunnen deze pieken geëlimineerd worden. De training bestaat uit het luisteren door koptelefoons naar elektronische muziek.
Tomatistherapie
De Tomatismethode maakt gebruik van een "psycho hearing test" waarbij een luistercurve, die gemanipuleerd kan worden, wordt vastgelegd. Deze luistercurve kan aanwijzen waar de problemen van het kind gesitueerd zijn. De stem van de moeder wordt overigens eveneens geanalyseerd. De filosofie is dat de "'sonische evolutieketen" helemaal vanaf het begin wordt gereconstrueerd, dat wil zeggen vanaf 4½ maand in de baarmoeder. De wil tot communicatie ontstaat volgens Tomatis in de baarmoeder. Indien deze communicatiedrang hier niet volledig tot rijping komt of verstoord wordt bij de geboorte of eerste levensjaren, zal het kind zijn selectiviteit sluiten. "Door het zich afweren van de omringende wereld kunnen allerlei ontwikkelings- en leermoeilijkheden ontstaan", aldus Tomatis. In deze theorie speelt selectiviteit dus een rol: het oor is niet in de juiste toestand om een perfecte analyse van de geluidstrillingen te maken. Een kind kan volgens Thomatis zijn selectiviteit sluiten om psychologische redenen.
Doman en Delcatio therapie
Deze methode bestaat uit een intensieve fysieke training, vooral gericht op spieractiviteiten vanuit de achterliggende gedachte dat deze activiteiten het beschadigde neurale netwerk zou kunnen herstellen. Delacato heeft zijn werk met kinderen met een autistische stoornis voortgezet en zich vooral op de stimulering van zintuiglijke ervaringen gericht (Delacato-therapie).
Brain Stimulated Method (BSM)
De BSM-therapie volgt in zijn methodiek het idee dat bepaalde hersengebieden verantwoordelijk zijn voor bepaalde taken die een mens moet verrichten. Sommige gebieden functioneren echter niet goed en moeten geactiveerd worden. Hersencellen bevatten als het ware muren (vetten) en deuren en ramen (eiwitten). Deze gaan op bepaalde momenten open en dicht en laten bepaalde stoffen in en uit (kalium, natrium, calcium en chloor). De muren en deuren moeten gebouwd worden en dat duurt bij de ene mens langer dan bij de ander. Er worden kinderen geboren waarvan de hersenen nog niet geheel rijp zijn. Dat betekent dat de natrium en calcium functies niet goed werken. Die stoffen krijgen onvoldoende toegang tot de hersencellen. De prikkels die opgewekt worden door de oren en ogen worden in de hersenen niet goed verwerkt (en de prikkelopdrachten die daarvan afhankelijk zijn). Daar moeten dus de correcties worden ingezet. De therapie bestaat uit ongeveer een half uur per dag bewegingsoefeningen voor de grove en fijne motoriek in combinatie met homeopathische medicatie.
Zintuiglijke Hiërarchie
Deze therapie ziet autisme in het licht van de waarnemingspsychologie. In het waarnemingsconcept worden vijf aanknopingspunten onderscheiden: nabijheidszintuigen, visuele waarneming, visueel geheugen, auditieve waarneming en auditief geheugen. Deze aangrijpingspunten worden centraal gesteld in de behandelingsmethode. De behandeling volgt een zintuiglijke hiërarchische opbouw. Het doel is beter met de inkomende prikkels leren omgaan, zodat het kind kan worden opgevoed door ouders en leerkrachten. Het autistische kind wordt gericht naar het gebruik van zijn ogen en oren, om die afzonderlijk en in samenhang met elkaar te ontwikkelen.
Applied Behavior Analysis (ABA)
Dit type therapie is gebaseerd op de principes van de gedragswetenschap en leert dat gedrag kan worden veranderd of aangepast door de gevolgen van dat gedrag aan te passen. Dit kunnen positieve versterkingen zijn (zoals prijzen of beloningen) of negatieve gevolgen (zoals het wegnemen van privileges). Het probleem volgens de tegenstanders is dat ze autistisch gedrag moeten afleren (wiebelen, op en neer springen, papegaaien), terwijl ze dat juist doen om rustig te worden.
- NOS: Ouders willen verbod op behandeling om 'autistisch gedrag' af te leren
- RTL: Honderden klachten over behandeling die autisme 'wegdrukt'
Literatuur
De volledige literatuurlijst