DSM-5 criteria hypomanische episode
A. Een duidelijk herkenbare periode met een abnormale en persisterend verhoogde, expansieve of prikkelbare stemming, en een abnormaal en persisterend verhoogde doelgerichte activiteit of energie, gedurende minstens vier achtereenvolgende dagen en het grootste deel van de dag, bijna elke dag aanwezig.
B. Tijdens de periode van de verhoogde stemming en de toegenomen energie of activiteit zijn drie (of meer) van de volgende symptomen (vier indien de stemming alleen prikkelbaar is) persisterend en in significante mate aanwezig en wijken deze opvallend af van het normale gedrag:
- Opgeblazen gevoel van eigenwaarde, of grandiositeit.
- Verminderde slaapbehoefte (bijvoorbeeld voelt zich uitgerust na slechts drie uur slaap).
- Spraakzamer dan gebruikelijk of spreekdrang.
- Gedachtevlucht of de subjectieve beleving dat de gedachten gejaagd zijn.
- Verhoogde afleidbaarheid (dat wil zeggen: de aandacht wordt te gemakkelijk getrokken door onbelangrijke of niet ter zake doende exterene prikkels), volgens de betrokkene zelf, of door anderen waargenomen.
- Toename van doelgerichte activiteit (ofwel sociaal, op het werk of op school ofwel seksueel) of psychomotorische agitatie.
- Zich excessief bezighouden met activiteiten waarbij een grote kans bestaat op pijnlijke gevolgen (bijvoorbeeld ongeremde koopwoede, seksuele onbezonnenheid of onbezonnen zakelijke investeringen).
C. De episode gaat gepaard met een onmiskenbare verandering in het functioneren die niet kenmerkend is voor de betrokkene wanneer deze symptoomvrij is.
D. De verhoogde stemming en veranderingen in het functioneren kunnen door anderen worden waargenomen.
E. De episode is niet ernstig genoeg om duidelijke beperkingen in het sociale of beroepsmatige functioneren te veroorzaken of opname in een ziekenhuis noodzakelijk te maken. Als er psychotische kenmerken aanwezig zijn, is de episode per definitie manisch.
F. De episode kan niet worden toegeschreven aan de fysiologische effecten van een middel (zoals een drug, medicatie of een andere behandeling).
N.B.: Een volledig hypomanische episode die zich voordoet tijdens een antidepressieve behandeling (bijvoorbeeld met medicatie of elektroconvulsietherapie), maar die ook, nadat de fysiologische effecten van deze behandeling zijn uitgewerkt, volledig aan de criteria voldoet, levert voldoende bewijs voor de classificatie hypomanische episode.
Bron
DSM-5 - Nederlandse vertaling
American Psychiatric Association
Uitgeverij Boom