Boulimia nervosa
Tot 1987 sprak men van bulimia of boulimia, later werd gezien de overeenkomst met anorexia nervosa (angst om dik te worden) nervosa er aan toegevoegd. Boulimia is een eetstoornis met als belangrijkste kenmerken eetbuien met controleverlies, gedrag gericht op gewichtscontrole en overbezorgdheid over lichaamsvormen en gewicht.
Kenmerken
- Eetbuien
Kenmerkend zijn periodiek optredende eetbuien, die afgewisseld worden met periodes van zo weinig mogelijk eten. In een periode van enkele minuten tot uren worden, meestal in het geheim, grote hoeveelheden, meestal zeer calorierijk voedsel gegeten (variërend van 1.00 tot soms meer dan 10.000 calorieën). Typerend is verlies van controle over het eten, de patiënten hebben het idee niet meer te kunnen stoppen met eten. De eetbuien worden vaak vooraf gepland, althans de gelegenheid ertoe, op het moment zelf lijkt het alsof die plotseling optreedt met verlies van controle erover. Men is zich dan nog nauwelijks bewust van het eten, eet meestal zonder smaak, snel en schrokkerig en zonder een gevoel van verzadiging. De frequentie van de eetbuien varieert, sommige hebben er één per week, andere vele per dag, ongeveer de helft van de patiënten heeft één eetbui per dag. De frequentie zegt echter niets over de ernst van de aandoening. Verschillende situaties, stemmingen, gevoelens en gedachten kunnen een eetbui uitlokken. Na afloop van een eetbui voelt men zich opgezwollen, onbehagelijk, vol zelfverwijten en schuldgevoelens. De eetbui wordt beëindigd omdat men zich moe, uitgeput en naar voelt. - Gewichtscontrole
Na een eetbui proberen de patiënten het eten zo snel mogelijk weer kwijt te raken. Meestal gebeurt dit door zelf opgewekt braken, een deel gebruikt laxeermiddelen. Het gewicht is (in tegenstelling tot dat bij anorexia) normaal, maar schommelt vaak. - Waarnemen en denken
Typerend is een extreme overbezorgdheid om lichaamsvormen, uiterlijk en gewicht. Meestal vinden de patiënten zich lelijk en dik, hetgeen vaak beide niet overeenkomt met de werkelijkheid: een gestoorde en negatieve "lichaamsbeleving". De patiënten zijn geobsedeerd door voedsel en weten vaak overal de caloriewaarden van. De zelfwaardering is opvallend laag, hetgeen versterkt wordt door schaamte over hun eetbuien, die ze voor de buitenwereld verborgen trachten te houden.
Complicaties
- Vochtverlies
Door het braken of misbruik laxantia en/of diuretica gaat er vocht verloren, hetgeen kan leiden tot dehydratatie. Gevolgen zijn aanvankelijk dorst en een droge huid, bij ernstig vochtverlies daalt de bloeddruk. Klachten passend bij een (te) lage bloeddruk zijn: duizelig bij plotseling opstaan, gevoel flauw te vallen, zwak en zweverig voelen. - Elektrolytstoornissen
Overmatig braken en misbruik van laxantia leidt tot verlies van natrium en kalium. Een matig natriumtekort leidt tot misselijkheid, een ernstig tekort kan leiden tot insulten, sufheid en verward gedrag. Een kaliumtekort leidt tot moeheid, slappe spieren en obstipatie, een ernstig tekort kan leiden tot de dood. Braken leidt tot verlies van chloor, waardoor de zuurgraad van het bloed verandert. Ook zijn lage concentraties van magnesium, fosfaat en calcium mogelijk. - Erosie tandglazuur
Door het braken komt er maagzuur in de mondholte, dit beschadigt het tandglazuur en tandvlees, er ontstaat tandbederf. - Hypertrofie speekselklieren
Overeten en braken leidt tot vergroting van de bij het oor gelegen speekselklieren. Deze vergroting begint al na enkele dagen na het begin van een periode met vreetbuien en braken en komt voor bij tot 20% van de patiënten. - Maag- en slokdarmbeschadigingen
Door het eten van een grote hoeveelheid voedsel gedurende een eetbui zet de flink maag uit, wat kan leiden tot forse buikpijn. Het vele braken leidt tot irritatie van de slokdarm, een rauwe keel, heesheid en een ontsteking van het slokdarmslijmvlies. - Darmbeschadigingen
Langdurig misbruik van laxantia kan leiden een verstoring van de normale spierwerking van de darmen. Dit kan leiden tot ernstige obstipatie en in het ernstigste geval bewegen de darmen helemaal niet meer. Tevens kan het leiden tot ontstekingen in de darmen, hetgeen buikpijn, misselijkheid en braken kan veroorzaken. - Oedeem
Ongeveer 20% van de patiënten ontwikkelt oedeem, hetgeen soms aanzienlijk verergert na het stoppen van het purgeren, maar ook weer binnen enkele dagen tot weken verdwijnt. - Gynaecologisch
Bij minstens 50% van de patiënten ontstaan cyclusstoornissen.
Epidemiologie
- Incidentie (aantal nieuwe gevallen per jaar)
De incidentie van boulimia nervosa wordt geschat op 12 bij 100.000 huisartsenpatiënten per jaar. - Prevalentie (totaal aantal gevallen die er op een bepaald moment zijn)
De prevalentie wordt geschat op 1 tot 3%. - Leeftijd
Een grote meerderheid is ouder dan twintig jaar. - Sekse
Boulimia nervosa komt bijna uitsluitend voor bij vrouwen. Lesbiennes hebben minder vaak een eetprobleem, terwijl homoseksuele mannen juist vaker een eetprobleem ontwikkelen. - Socio-economische status
Ongeveer een kwart is getrouwd of woont samen met een vaste partner. Net zoals bij anorexia zijn de meeste patiënten afkomstig uit de hogere sociale klassen.
Meer over boulimia nervosa
- inzichten over hoe te behandelen
- wat is bekend over de oorzaken
- de DSM-5 criteria
- patiëntenvereniging eetstoornissen