Autismespectrumstoornissen - diagnostiek
Er bestaat geen kenmerk dat typisch en uniek is voor autisme. Autisme uit zich op veel verschillende manieren en hoe ouder - of hoe intelligenter - iemand met autisme is, hoe meer hij geleerd heeft de tekortkomingen te compenseren en camoufleren. De professional (psychiater of GZ-psycholoog) moet dan ook over een grote klinische ervaring beschikken om de (juiste) diagnose te kunnen stellen. Er bestaan diagnostische instrumenten zoals gedragsvragenlijsten en observatieschalen die helpen om de diagnose ASS te kunnen stellen.
Screening bij kinderen en adolescenten
Diagnostiek bij kinderen en adolescenten
Screening bij volwassenen
Diagnostiek bij volwassenen
- (Hetero)anamese en ontwikkelingsanamnese
• Rimland (hetero-anamnese) - Centrale Coherentie
• WAIS (Wechsler Adult Intelligence Scale) Blokpatronen
• Sociale Interpretatie Test (SIT) door Vijftigschild (1969)
• Complexe figuur van Rey - Theory of mind
• foto's van gelaatsuitdrukkingen
• lees de ogen test
• Sociale Interpretatie Test (SIT)
• Dewey's story test (8 verhalen)
• Empathy Quotient (EQ-test, Baron-Cohen) - Executieve functies
• Wisconsin CST (kaartjes op volgorde)
• BADS dierentuintest (weg uitstippelen)
• gerichte vragen over organisatietalent (hoe doet u dat als u op vakantie gaat, wat neemt u mee) - Projectief materiaal: verbeelding
• tekeningen (HTP, 3 bomen)
• Wartegg (8 tekeningen maken)
• projectieplaten
• projectievragen
• Zin aanvul test (ZAT) - Aanvullend onderzoek naar zintuiglijke en/of neuropsychologisch profiel (geheugen, intelligentie, flexibiliteit en planning).