Hulpgids

De gids voor de geestelijke gezondheidszorg

Sociale Fobie

Inleiding

Het centrale kenmerk van een sociale angststoornis (SAS) of sociale fobie is de angst voor één of meer situaties waarin de persoon is blootgesteld aan de mogelijke kritische beoordeling van anderen en waarin hij bang is zich belachelijk te maken. Inherent aan het ziektebeeld is dat de patiënt moeilijk over zijn klachten praat, bovendien ziet de omgeving van de patiënt het zelden als een probleem. Vaak vinden mensen met een sociale fobie alles goed en proberen zij zich steeds aan de ander aan te passen. Pas als de fobie mensen belemmert in hun werk of in het vinden van een partner zoeken ze hulp. Vaak raakt men somber en gaat men te veel drinken ("zelfmedicatie").

Voorkomen

In een groot Nederlands onderzoek onder volwassenen van 18-64 jaar bleek de lifetime-prevalentie (proportie van mensen in een populatie die ooit in hun leven sociaal fobisch zijn geweest) 7,8% (bij vrouwen 9,7%, bij mannen 5,9%).

Kenmerken

  • Angst
    Centraal staat angst voor situaties waarin de aandacht van andere mensen ertoe kan leiden dat men zich bekeken, uitgelachen of vernederd voelt. De patiënt met een sociale fobie is voortdurend bang om, in het bijzijn van anderen, zich belachelijk te maken.
  • Vermijden
    Het gevolg van de angst is dat bepaalde situaties worden vermeden zoals bijvoorbeeld spreken in het openbaar, dineren in gezelschap, urineren in een openbaar toilet, schrijven als op de vingers wordt gekeken, praten in een groep.
  • Irreële angst
    De patiënt realiseert zich dat de angst ongegrond is.
  • Irreële gedachten
    Vaak heeft de patiënt een irreële of sterk overdreven gedachte over zichzelf en de ander:
    - verlammende voorspellingen over zichzelf en reacties van anderen
    - overdreven negatief beoordelen van eigen functioneren in sociale situaties
    - toedichten van negatieve gebeurtenissen aan zichzelf en positieve aan anderen
  • Lijdensdruk
    De vermijding, de anticipatieangst (angst voor de angst) of het lijden in de gevreesde sociale situatie(s) hebben een forse invloed op het dagelijks functioneren.

 

Lichamelijke klachten

Angst gaat altijd gepaard met lichamelijke klachten zoals: blozen, trillen, zweten, spiertrekkingen, hartkloppingen, misselijkheid en een droge keel.

Vormen

  • Specifieke sociale fobie
    aanhoudende, irrationele angst voor één bepaalde situatie of bepaald object, vaak betreft het angst voor dieren, hoogten, afgesloten ruimten, onweer, bloed en medische handelingen. Bijvoorbeeld angst om in bijzijn van anderen: te spreken; vuurrood te worden of rode vlekken te krijgen (erytrofobie); te gaan trillen (bijvoorbeeld tijdens het drinken of inschenken van koffie); te gaan zweten; te plassen (paruresis).
  • Gegeneraliseerde sociale fobie
    Vermijden van aantal sociale situaties; circa 90% van de mensen met een sociale fobie is bang voor ten minste 2 verschillende situaties, 45% voor minimaal 3 verschillende situaties.

 

DSM-5 criteria

300.23

  • A. Duidelijke angst of vrees voor een of meer sociale situaties waarin de betrokkene wordt blootgesteld aan mogelijke kritische beoordeling door anderen. 
  • B. De betrokkene vreest dat hij of zij zich zodanig zal gedragen of in zo'n mate angstverschijnselen zal vertonen dat anderen hierover negatief zullen oordelen.
  • C. De sociale situaties roepen bijna altijd angst of vrees op.
  • D. De sociale situaties worden vermeden, of alleen verdragen wel met intense angst of vrees.
  • E. De angst of vrees is buitenproportioneel t.o.v. het werkelijke gevaar dat de sociale situatie met zich meebrengt.
  • F. De angst, vrees of vermijding is persistrerend en duurt meestal zes maanden of langer.
  • G. De angst, vrees of vermijding veroorzaakt klinisch significante lijdensdruk of beperkingen in het sociale of beroepsmatige functioneren of in het funtioneren op andere belangrijke terreinen.
  • H. De angst, vrees of vermijding kan niet worden toegeschreven aan de fysiologische effecten van een middel of een somatische aandoening.
  • I. De angst, vrees of vermijding kan niet beter worden verklaard door de symptomen van een andere psychische stoornis.
  • J. Als er sprake is van een somatische aandoening of conditie is de angst of vermijding hieraan duidelijk niet gekoppeld of is deze excessief.

Oorzaken

Onderzoek door dr. Bas Hoogendam wijst op een op erfelijke kwetsbaarheid: familieleden met meer symptomen van SAS hebben méér grijze stof in een diep in het brein gelegen hersengebied, namelijk het dorsale striatum. Ook ontdekte Bas-Hoogendam verspreid over het brein afwijkingen in dikte en oppervlakte van hersengebieden. Ze ontdekte bovendien dat deze hersenkarakteristieken deels erfelijk bepaald zijn. Maar niet alle familieleden met een erfelijke kwetsbaarheid voor het ontwikkelen van SAS, krijgen ook SAS. Hoe dat kan, wat de trigger is die SAS doet ontstaan of juist niet, is (nog) niet duidelijk. ‘We denken dat het om een complexe interactie tussen aangeboren karakteristieken en omgevingsfactoren gaat’, stelt Bas-Hoogendam. 

Behandeling

Klik hier voor een beschrijving van de behandeling

Boeken

Klik hier voor boeken

Engelstalige links

• Anxiety Disorders Association of America (ADAA, patiëntenorganisatie)
• Anxiety Network 
• Depression and anxiety (tijdschrift)
• Internet Mental Health
• PubMed (overzicht van de publicaties van één jaar)

Literatuur sociale fobie

1. Bijl R van, Zessen G van, Ravelli A
Psychiatrische morbiditeit onder volwassnen in Nederland: het NEMESIS-onderzoek
Nederlands Tijdschrift voor Geneeskunde (1997) 141, 2453-2460
2. Emmelkamp PMG, Bouman TK, Scholing HA
Angst, fobiën en dwang: diagnostiek en behandeling
Bohn Stafleu Van Loghum (1989)
3. American Psychiatric Association (APA)
DSM-5 - Nederlandse vertaling
Boom 
   

Praktijk uitgelicht

Praktijk inschrijven

Ook uw praktijk geplaatst op de Hulpgids? U kunt zich aanmelden door het inschrijfformulier in te vullen en daarna op de knop "versturen" te klikken. Uw gegevens worden binnen 5 werkdagen na ontvangst kosteloos door Hulpgids.nl verwerkt en gepubliceerd. inschrijven ›