Paniekstoornis - oorzaken
Inleiding
Er is nog veel niet opgehelderd, wel is duidelijk dat verschillende processen en factoren ten grondslag liggen aan het ontstaan van een paniekstoornis. Er zijn psychologische factoren, biologische en genetische elementen die een rol spelen.
Psychologische theorieën
- Klassieke conditionering (leertheorie)
lichamelijke signaal is de stimulus die leidt tot een geconditoneerde angstreactie (reflex) - Cognitieve model van Clark
catastrofale misinterpretatie van lichamelijke verschijnselen, zoals een verhoogde hartslag - Verhoogde gevoeligheid voor angst
Gevoel minder controle uit te kunnen oefenen
Pathofysiologie
- False suffocation alarm (Klein)
De hypothese van Klein is dat een verstoorde CO2 huishouding ertoe leidt dat de hersenen onjuiste signalen aan het lichaam afgeven, die een paniekaanval in gang kunnen zetten. Abnormale CO2 worden echter niet in alle onderzoeken bij patiënten met een paniektstoornis gevonden. - Afwijkingen in de anatomie.
- Disfunctioneren bepaalde hersendelen.
Genetische factoren
Overerving speelt een rol bij het ontstaan van de paniekstoornis, maar is zeker niet alles bepalend. Bij monozygote tweelingen werd een concordantie van slechts 0.4 gevonden (1 is de score als de genetische factor 100% bepalend zou zijn). Een plausibele theorie is dat er niet een gen met aanleg voor een paniekstoornis wordt overgeërfd, maar dat er mogelijk een genetisch bepaalde aanleg bestaat een abnormaal gevoelig angstnetwerk, hetgeen zou leiden tot een verhoogde sensitiviteit voor angst. Er wordt veel onderzoek gedaan naar mogelijke genetische verschillen bij angststoornissen, maar er is nog geen genetische afwijking gevonden die een bevredigende verklaring biedt voor de ontstaanswijze van angststoornissen.
Neurofysiologie
Twee kleine structuren in de hersenen, de amygdala hebben een centrale rol bij het optreden van geconditioneerde angst.
Een neurofysiologische verklaring voor het ontstaan van paniekaanvallen is dat de amygdala te sterk geactiveerd worden, mogelijk dat er sprake is van een hypergevoelig netwerk van verbindingen, waar de amygdala deel van uit maken.
Een andere verklaring is het "spontane neuronale instabiliteit" van het zogenaamde periaqueductale grijze gebied (PAG).
Tenslotte is er de CO2 hypothese, die eruit bestaat dat er sprake zou zijn van een intrinsieke onregelmatigheid in de ademhaling, veroorzaakt door een instabiliteit in de autonome controle van de ademhaling.
Neuro-endocrionologie (interactie zenuwstelsel en hormonen)
Klik hier voor meer informatie
Literatuur oorzaken paniekstoornis
- McNally RJ
Anxiety sensitivity and panic disorder
Biological psychiatry 2002 Nov 15;52(10):938-46. Review - van den Heuvel OA, van de Wetering BJ, Veltman DJ, Pauls DL
Genetic studies of panic disorder: a review
J Clin Psychiatry. 2000 Oct;61(10):756-66 - Jack M. Gorman, M.D., Justine M. Kent, M.D., Gregory M. Sullivan, M.D., and Jeremy D. Coplan, M.D.
Neuroanatomical Hypothesis of Panic Disorder, Revised
Am J Psychiatry 157:493-505, April 2000 - Paniekstoornis en agorafobie
in: Handboek neurobiologische psychiatrie
de Tijdstroom