Serotoninesyndroom
Inleiding
Het serotoninesyndroom is een met enige regelmaat voorkomende, ernstige en potentieel levensbedreigende bijwerking van medicijnen met een serotonerge werking. Het serotoninesyndroom bestaat uit een combinatie van autonome, psychiatrische en neurologische symptomen. Met name combinaties van een MAOI met klassieke antidepressiva of SSRI's blijken aanleiding te kunnen geven tot het ontstaan van dit syndroom.
Symptomen
- Autonome dysfunctie (functiestoornissen autonome zenuwstelsel)
koorts, tachycardie (versnelde hartwerking), tachypneu (versnelde ademhaling), bloeddrukwisselingen (hoge en lage bloeddruk), transpireren, misselijkheid, diarree, urine-incontinentie
- Psychiatrische stoornissen
somnolentie (slaperigheid), coma, agitatie, angst, desoriëntatie, verwardheid, hallucinaties
- Neurologische symptomen
spierrigiditeit, tremoren, tandradfenomeen, myoclonus (plotselinge, rukachtige spiersamentrekkingen), hyperreflexie, ataxie (coördinatiestoornis van de spieren) bewegingsonrust, insulten
Radomski criteria
De criteria voor het stellen van de diagnose aangescherpt omdat er onvoldoende onderscheid gemaakt kon worden tussen het serotonine-syndroom en bijwerkingen van serotonerge middelen die bij het begin van de behandeling kunnen optreden. Dat heeft geresulteerd in de volgende criteria:
- Gelijktijdig optreden van 4 major of 3 major en 2 minor criteria bij toevoegen van of verhogen van dosering van een serotonerg werkend middel.
- De klinische symptomen zijn geen onderdeel van een onderliggende psychiatrische ziekte ie al bestond voor het serotonerge middel werd toegediend.
- Andere etiologie is uitgesloten.
- Er is geen neuroleptisch geneesmiddel gestart of in dosering verhoogd voorafgaand aan de symptomen genoemd in de tabel.
Major criteria
- verhoogde stemmig
- verlaagd bewustzijn
- coma/semi/coma
- myoclonus
- tremor
- beven
- rigiditeit
- hyperreflexie
- koorts
- diaphoresis (zweetafscheiding)
Minor criteria
- rusteloosheid
- insomnia
- akathisie
- mydriasis (gedilateerde pupillen)
- incoördinatie
- tachycardie
- tachy- en dyspnoe
- hyper- en hypotensie (verhoogde en verlaagde bloeddruk)
- diarree
Serotonine
Serotonine (5-hydroxytryptamine; 5-HT) is een neurotransmitter die in de hersenen werkt op emoties (amygdala), seksuele functies en honger en dorst (hypothalamus), motoriek (striatum), geheugen (hippocampus) en cognitieve functies (cortex). Serotonine heeft voorts een regulerende werking op de darmmotiliteit, bloeddruk en bloedstolling.
Mechanisme
Het mechanisme dat het serotoninesyndroom veroorzaakt is nog niet geheel opgehelderd. De overmatige beschikbaarheid van serotonine in het centrale zenuwstelsel zou met name door overmatige stimulatie van serotoninereceptoren veroorzaakt worden: de 5-HT1A receptor in de hersenstam en ruggenmerg en de 5-HT2 receptor. Andere neurotransmitters als N-methyl-aspartaat (NMDA)-receptorantagonisten en GABA zouden echter eveneens een rol kunnen spelen. Overstimulatie van de 5-HT1A receptor kan op verschillende manieren plaatsvinden:
- verhoogde aanwezigheid van serotonine-precursors of serotoninereceptoragonisten: lithium, L-dopa, trazodon en buspiron
- verhoogde afgifte van serotonine: cocaïne, ecstasy, fenfluramine
- verlaagde heropname van serotonine antidepressiva zoals: SSRI’s, TCA’s, trazodon, venlafaxine
- verlaagde afbraak van serotonine: MAO-remmers, selegiline
- een combinatie van deze factoren: bij interacties tussen geneesmiddelen (het serotoninesyndroom is meestal het gevolg van combinaties van serotonine stimulerende stoffen)
Verloop
Het syndroom bestaat uit matige symptomen, meestal van voorbijgaande aard (een tot vier weken) tot zeer ernstige symptomen met dodelijke afloop. Matige symptomen bestaan meestal uit: tachycardie, beven, transpireren en mydriasis. Vervolgens ontstaat vaak ook hypertensie, koorts en agitatie. In 75% van de gevallen treedt het serotonerge syndroom op binnen 24 uur na starten of wijzigen van medicatie die en toename van serotonine in de synapsspleet veroorzaakt, maar er zijn incidentele meldingen van een veel tragere ontwikkeling, tot 45 dagen na inname van medicatie.
Behandeling
- de verantwoordelijke medicatie staken
- bewaken vitale functies (bloeddruk en ademhaling)
- koeling, spierverslapping (dantroleen) en sedatie
- als symptomen ernstig zijn kan opname op een intensive-care nodig zijn
- aspecifieke serotoninereceptor-antagonisten (chloorpromazine, cyproheptadine, methysergide)
- blokkade serotonine-1A-receptor (propranolol)
Differentiaal diagnose
Maligne neurolepticasyndroom, lithiumintoxicatie, acute letale katatonie, delier, sepsis, zonnesteek.