Hulpgids

De gids voor de geestelijke gezondheidszorg

Morfodysfore stoornis (stoornis in de lichaamsbeleving)

Inleiding

De stoornis in de lichaamsbeleving (body dysmorphic disorder, BDD) is uit de categorie "somatoforme stoornissen" verplaatst naar de categorie "obsessieve-compulsieve en verwante stoornissen’" en wordt nu morfodysfore stoornis genoemd. De criteria zijn grotendeels ongewijzigd ten opzichte van de DSM-IV. Oorspronkelijk stond BDD –al in 1871 voor het eerst beschreven door zenuwarts Enrico Morselli– te boek als een aandoening waarbij mensen geen zichtbare afwijking hebben aan hun uiterlijk, maar wel lijden onder die overtuiging. Tegenwoordig geldt dat iemand met BDD best een kleine uiterlijke afwijking kan hebben, maar daar met ernstig afwijkend gedrag op reageert.

Beschrijving

Bij de stoornis in de lichaamsbeleving gaat het vooral om vermeende defecten in het gezicht, de huid, het haar, de neus, oogleden, mond, lippen, kaken en kin. De (obsessieve) gedachten ("intrusies") aan hun uiterlijk beheersen hun leven. BDD uit zich bijvoorbeeld doordat men urenlang bezig is met het maken van selfies, camoufleren met make-up, vergelijken van foto’s op sociale media en/of het mijden van alles wat kan spiegelen, van winkelruit tot telefoonschermpje. Een op de vier doet een zelfmoordpoging, 50% ondergaat een operatie om de vermeende afwijking te corrigeren. BDD begint vaak al in de adolescentie, patiënten hebben een negatief zelfbeeld, zijn vaak somber, vinden het moeilijk om een relatie aan te gaan, isoleren zich makkelijk en hebben problemen op school of werk. 

Kenmerken

Bij de stoornis in de lichaamsbeleving is het centrale symptoom de preoccupatie met of een ingebeelde of een kleine onvolkomenheid van het uiterlijk, waaraan de persoon overdreven veel belang hecht. De opvatting heeft niet (voortdurend) de intensiteit van een waan. Dat wil zeggen dat de persoon de mogelijkheid kan erkennen dat het niet zo (erg) is als hij denkt dat het is.

  • Lichaamsdeel
    Het betreft vaak de neus, huid of haar, maar het kan om ieder lichaamsdeel gaan.
  • Preoccupatie
    De stoornis in denken varieert van een preoccupatie, een obsessie, betrekkingsideeën (volgens sommige onderzoeken tweederde van de patiënten) tot zelfs wanen.
  • Sociale isolatie
    Patiënten zijn vaak sociaal geïsoleerd, praten vaak niet met anderen over hun intrusies, zijn vaak werkeloos en glijden vaak af in een depressie.

BDD-symptomen

Voorkomen

De prevalentie (totaal aantal gevallen die er op een bepaald moment zijn) varieert in de literatuur van 0,7 tot 13%. De meest accurate schatting is dat zo’n 1 tot 2 procent van de bevolking aan BDD lijdt. De diagnose BDD wordt waarschijnlijk, ten onrechte, vaak niet gesteld. Er is geen verschil in voorkomen tussen mannen en vrouwen. Het begin ligt gemiddeld rond het 16e jaar.

DSM-5 criteria
300.7

  1. Preoccupatie met een of meer vermeende misvormingen of onvolkomenheden in het uiterlijk die door anderen niet waarneembaar zijn, of door hen als onbeduidend worden beschouwd.
  2. Op een bepaald moment tijdens het beloop van de stoornis heeft de betrokkene in reactie op de ongerustheid over het uiterlijk repetitieve handelingen verricht (zoals zichzelf controleren in de spiegel, zich excessief uiterlijk verzorgen, aan de huid pulken, of om gerustheid vragen) of psychische activiteiten uitgevoerd (zoals het eigen uiterlijk vergelijken met dat van anderen).
  3. De preoccupatie veroorzaakt klinisch significante lijdensdruk of beperkingen in het sociale of beroepsmatige functioneren of in het functioneren op andere belangrijke terreinen.
  4. De preoccupatie met het uiterlijk kan niet beter worden verklaard door de ongerustheid over lichaamsvet of gewicht bij iemand van wie de symptomen voldoen aan de criteria voor een eetstoornis.

Voorts kan gespecificeerd worden of er sprake is van een 
- goed/redelijk realiteitsbesef 
- gering realiteitsbesef
- ontbrekend realiteitsbesef/waanovertuigingen

Er kan ook een subtype "met musculodysfore stoornis" worden getypeerd; hierbij heeft een patiënt (ook) de preoccupatie dat zijn of haar lichaam te smal gebouwd of te weinig gespierd is. Het gaat hier meestal om mannen met vaak extreme trainingsschema’s, diëten en soms ook gebruik van anabole steroïden, waarmee men bij behandeling rekening moet houden.

Oorzaken

68 procent van de patiënten met BDD heeft een stressvolle of traumatische ervaring –seksueel misbruik, fysiek geweld of emotionele verwaarlozing tijdens de kinderleeftijd– meegemaakt.

Behandeling

Antidepressiva (met name SSRI’s), cognitieve gedragstherapie (CGT) en psycho-educatie. De kern van de CGT is het omzetten van de diskwalificerende gedachten ("disfunctionele opvattingen") over henzelf naar meer functionele gedachten. Indien er ook sprake is van sociale angst is confrontatie therapie ("exposure") geïndiceerd in combinatie met het verbeteren van sociale vaardigheden.

Differentiaal diagnose

Amputee Identity Disorder: een onweerstaanbare drang om gezonde ledematen te amputeren. Ze beschouwen het te amputeren deel niet als een defect of een gebrek, maar als iets dat niet bij hen hoort.

Boeken

Klik hier voor boeken

Links

Body Dysmorphic Disorder (Nederlandse website)

Engelstalige links 

PubMed (overzicht van de publicaties van één jaar)

Praktijk uitgelicht

Praktijk inschrijven

Ook uw praktijk geplaatst op de Hulpgids? U kunt zich aanmelden door het inschrijfformulier in te vullen en daarna op de knop "versturen" te klikken. Uw gegevens worden binnen 5 werkdagen na ontvangst kosteloos door Hulpgids.nl verwerkt en gepubliceerd. inschrijven ›